If the world…

If the world were a global village of 100 people,
70 of them would be unable to read,
and only 1 would have a college education.
Over 50 would be suffering from malnutrition,
over 80 would live in what we call substandard housing.
If the world were a global village of 100 residents,
6 of them would be Americans.
These 6 would have half the village’s entire income;
and the other 94 would exist on the other half.
How would the wealthy 6 live “in peace” with their neighbors?
Surely they would be driven to arm themselves against the other 94 …
perhaps even to spend, as we do, more per person on military defense
than the total per person income of the others.

Uit: Fellowship Magazine (of the Fellowship of Reconciliation) februari 1974.

Stel je de volgende situatie voor: Je woont al een tijdje in een heerlijk huisje op een goede lokatie en je hebt het er prima naar je zin. Op een dag komt de overbuurman op bezoek om zich voor te stellen. Je laat hem binnen (je bent de moeilijkste niet) en drinkt een kop koffie met hem. Wanneer hij vertrekt, neemt hij zonder het te vragen een stoel mee. Je bent een beetje verbaasd, maar zegt er niks van. In de tijd die volgt komt je buurman steeds vaker langs. En elke keer neemt hij spullen van je mee. Op een dag is je huis bijna helemaal leeg. Je hebt er genoeg van en gaat naar de overkant om verhaal te halen. Je belt bij hem aan, maar iemand anders maakt de deur open. Het is zijn zoon. Je buurman is intussen overleden en terwijl je het verhaal van de zoon aanhoort, kijk je naar binnen en ziet daar al je spullen staan. Maar de zoon weigert ze terug te geven: “Daar heb ik allemaal niks mee te maken. Die spullen zijn nu van mij. Het is allemaal zo lang geleden. Zoek het zelf maar uit.� Bijt hij je geirriteerd toe. Sterker nog, wanneer je de zoon dan tenminste om wat hulp vraagt, wordt hij boos, vindt hij je te hulpbehoevend en slaat de deur in je gezicht dicht.

Dit is ongeveer wat er tussen de Derde wereld en het rijke Westen is gebeurd. Het is uiteraard een simplificatie van de situatie, maar heel ver zit deze schets niet van de werkelijkheid. Dagelijks sterven zo�n 25 000 aan de gevolgen van armoede, honger en gebrek aan voorzieningen. Naast het ontbreken van de primaire levensbehoeften, is er in veel Derde Wereldlanden sprake van oorlog, corruptie en totalitaire regimes. Het westen daarentegen geniet van een onovertroffen niveau van welvaart. Zelfs in tijden waarin de economie van veel Westerse landen op zijn gat ligt, is de rijkdom nog steeds vele malen groter dan in de zogenaamde Ontwikkelingslanden.


Nu is het niet zo dat het rijke Westen de Derde Wereld compleet links laat liggen. Jaarlijks worden vele miljarden euro’s door overheden, instanties en privépersonen gestuurd om hulp te verlenen aan de noodlijdende landen. Toch lijkt het er vooralsnog op alsof dit geld in een groot zwart gat verdwijnt en er in structurele zin maar weinig verandert.

Hoewel er geen simpel antwoord is op de vraag waarom de jarenlange hulp aan de Derde Wereld geen zoden aan de dijk lijkt te zetten, kunnen er wel een aantal factoren worden onderscheiden die bijdragen tot het in stand houden van de huidige situatie:

– Interne corruptie en het ontbreken van behoorlijk bestuur (good governance) in de landen zelf;
– (vaak etnische) conflicten door willekeurige staatsvorming na dekolonisering;
– bescherming van de eigen markt door Westerse landen, door bijvoorbeeld landbouwsubsidies aan de eigen bevolking vanuit de EU en Amerika.

Daarnaast is veel van de ontwikkelingshulp vanuit het Westen aan voorwaarden gebonden die het moeilijk maken voor landen om hun financiële problemen op te lossen. Projecten die worden opgezet moeten verplicht door Westerse bedrijven worden uitgevoerd en het geld stroomt op die manier weer terug naar het westen in de vorm van winsten voor deze bedrijven.

Ook het IMF speelt een belangrijke rol. Deze instantie leent geld aan armlastige landen waarmee zij hun internationale reserves kunnen heropbouwen, de nationale munt kunnen stabiliseren, betalen voor “imports”, en de voorwaarden kunnen creëren voor het herstellen van een sterke economie. Zo op het eerste gezicht een positief geluid dus. Maar als voorwaarde voor een dergelijke lening eist het IMF dat landen hun economie herstructureren door privatisering van staatbedrijven, bezuinigingen op het budget van de overheid en opheffing van importheffingen.
De gevolgen van deze voorwaarden zijn desastreus. De kortingen op het budget van de overheid raken meestal cruciale zaken zoals het onderwijs, de gezondheidszorg en de sociale zekerheid waardoor de zwaksten binnen deze toch al economisch zwakke samenlevingen het hardst worden getroffen. De afschaffing van de importheffingen leiden ertoe dat de eigen industrie van betreffende landen feitelijk wordt uitgeschakeld. De werkwijze van het IMF wordt dan ook wel eens smalend de nieuwe slavernij genoemd.

Het resultaat van dit alles is dat een steeds groter wordende groep steeds minder heeft. En de situatie van deze groep wordt met de dag nijpender. Je zou kunnen stellen dat deze mensen met hun rug tegen de muur staan. In de verte zien zij het rijke westen, maar deze sluit haar poorten steeds vaker hermetisch voor diegenen die op zoek zijn naar een beter leven. Diegenen die het bolwerk wel weten binnen te dringen bungelen in veel gevallen aan de onderkant van de ontvangende maatschappij. Geen wonder dat zowel in de arme landen als bij de kwetsbare groep allochtonen in de rijke landen de afkeer voor het westen toeneemt. Hoewel asielzoekers, terroristen en drugsdealers niet op dezelfde lijn staan, hebben zij over het algemeen genomen wel ��n ding met elkaar gemeen: zij zijn verliezers in een spel waarbij de tegenspeler alle Jokers in handen lijkt te hebben.

Een volledig eerlijke verdeling is een ideaal dat moeilijk valt te realiseren. Al was het alleen maar omdat er verschillende opvattingen zullen zijn over wat “eerlijk” daadwerkelijk inhoudt in deze context. Wel kan worden vastgesteld dat de huidige verdeling in elk geval door velen als onrechtvaardig wordt ervaren. Een meer gebalanceerde verdeling is wenselijk zo niet noodzakelijk. Wil het Westen daarbij werkelijk een helpende hand bieden en voorkomen dat een groeiende groep mensen aan de onderkant van de maatschappij leeft en de dat afkeer en haat tegen alles waar het westen voor staat groeit, dan zal een eerlijke blik naar binnen een goed begin zijn. Wij zullen ons eigen systeem en levenswijze kritisch moeten onderzoeken en de dringende vraag aan onszelf moeten stellen: Zijn wij bereid onze welvaart daadwerkelijk te delen?

Share with your friends









Submit

Ik ben het maar hoor, niet stressen.

1 comment

  1. Afrika is voor ons een leuke rommelige achtertuin waar altijd wel wat geinigs te vinden is en waar we onze troep kwijt kunnen. Zoiets las ik ooit eens en vond het een treffende vergelijking.
    Ik ben er vaak geweest en betrap me steeds vaker op de zinloze gedachte: hadden we er maar nooit ook maar 1 voet neergezet.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Share with your friends









Submit