Ik ben wel tegen je ideeën, maar niet tegen jou.
Dat zei iemand laatst tegen een ander. Die ander hield er redelijk racistische ideeën op na. En de persoon die dat tegen hem zei absoluut niet.
Ingewikkeld vind ik dat. Het niet met iemand eens zijn, maar de persoon dan nog wel oké vinden. Ingewikkeld in elk geval, wanneer het gaat om de grotere principes. De grotere en meer destructieve principes. Is een ander meer voor Mc donalds dan voor Burger King, dan is het scheiden van de persoon en zijn ideeën niet zo’n punt.
Als iemand voor de doodstraf is, dan wordt het al moeilijker. Ik ben principieel tegen het doden van mensen. Of dat nou door individuen wordt uitgevoerd of door een overheidsorgaan. Of dat nou incidenteel is of systematisch. Doden is doden.
Racisme is er ook zo een. Grapjes zijn leuk en iedereen heeft vooroordelen. Maar serieus denken dat je een beter mens bent omdat iemand een andere huidskleur heeft is idioot. Daarnaar handelen en je eigen vooroordelen weigeren te nuanceren is zo mogelijk nóg idioter. Stemmen voor een partij die dat uitdraagt vind ik bijna crimineel.
De mens daarin scheiden van zijn ideeën vind ik bijzonder ingewikkeld.
Je kunt natuurlijk stellen dat ideeën nog geen daden zijn. Dat het feit dat iemand iets denkt (te vinden) niet betekent dat hij of zij daar ook naar handelt. En als je dat zou zeggen, dan zou je in eerste opzet gelijk hebben.
Maar gaan ideeën niet altijd vooraf aan daden?
Was het ooit in de tweede wereldoorlog niet zo dat de daden volgde op de ideologie dat Joden de bron van al het kwaad waren? Gaat bij anti-abortusgekken het idee dat abortusartsen moordenaars zijn en vrouwen niet zelf over hun eigen lijf kunnen beslissen niet vooraf aan de gewelddadige daden van sommige van hen?
Laat ik voorop stellen dat ik vind dat iedereen elk idee mag hebben dat hen aanstaat. Ik ben tegen enige vorm van gedachtenpolitie en vrijheid daarvan is belangrijk. Dat is niet wat ik ingewikkeld vind.
Ik zat laatst een boek te lezen over de tweede wereldoorlog. Om exact te zijn over dokter Mengele. Ik weet nu niet meer welk boek het was, behalve dat het bijzonder indrukwekkend was. In dat boek beschreef de schrijver hoe Mengele de kinderen die op het punt stonden vergast te worden bezocht. Hij speelde met hen, gaf hen chocola, liet hen op schoot zitten en had het over het algemeen erg gezellig met ze. Mengele wist dat de kinderen waarmee hij speelde ten dode op waren geschreven. Toch deed hij vooral leuk en gezellig met ze.
Nu is dit niet ter vergelijking. Mengele was al een stap verder en handelde naar zijn ideeën. Maar ik denk dat verfoeilijke ideeën al grenzeloze afkeuring verdienen lang voordat je chocolaatjes kunt eten met je toekomstige slachtoffers. Geen gevangenis, geen straf, geen klappen, geen geweld: afkeuring. Het machtigste wapen in vredestijd.
Mij lukt het niet om de mens van zijn ideeën te scheiden. Naar mijn mening IS de mens zijn ideeën. Het belangrijkste dat ons scheidt van dieren is het feit dat we ideeën kunnen hebben en dat we van de ideeën van anderen wat kunnen vinden.
En gelukkig staan die ideeën niet vreselijk vast. Kunnen mensen veranderen in de manier waarop ze de wereld zien.
Maar als iemand ideeën heeft die linea recta indruisen tegen die ideeën van mezelf die ik belangrijk acht, dan zie ik geen reden om hem of haar ervan te scheiden. Waarmee ik niet stel dat ik aan de absolute kant van het gelijk sta en anderen niet. Sterker nog, ik nodig hen uit om hetzelfde te doen. En waarmee ik ook niet stel dat ik de dialoog uit de weg ga. Maar de persoon in kwestie wordt geen graag geziene gast in mijn huis. Daarvoor staat zijn idee mij dan toch teveel in de weg.
Iemand bestaat natuurlijk niet uit één idee, maar uit meerdere,
het is in hoeverre je de andere ideeën van die persoon wel of niet ok vind, wat ook meetelt is in hoeverre je die persoon al kent, of dacht te kennen,
Als iemand al met het verkeerde idee bij je binnenkomt, dan is het snel bekeken, je houd de afstand en de wegen zullen scheiden,
het gaat om je persoonlijke grens ten opzichte van de verschillende personen in je leven, binnen welke sociale groepen ze vallen, colega’s, familie, vrienden, buren, ‘landgenoten’