Een kind of geen kind…weet ik veel?

Het klopt…ik heb dus geen kinderen. En het klopt ook dat ik al 38 ben. De kans op kinderen wordt dus steeds kleiner en kleiner. Is dat erg? Ik weet het niet. Maar steeds meer bekruipt mij het gevoel dat dat erg is. En dat – beste lezer – is doodeng. 

Toen ik jonger was – veel jonger – wist ik het zeker: ik wilde geen kinderen. Ik vond het licht nare kleine wezentjes die vooral erg stonken en lawaai maakten. Tuurlijk vond ik mijn nichtjes en neefjes wel leuk. Maar dan als gelijkwaardige speelpartner en niet om voor te zorgen.

Eventjes later, ik was toen een jaar of 28, begon het te klapperen. Ik wilde een kind. Ik wilde NU een kind. Wel zes maanden duurde dat. Zielige Jan – die ik toen nog maar net kende – dacht dat ik gek was. Maar na 6 maanden was het ook opeens weg. Niet het idee van een kind. Maar wel het gevoel voor een kind.

Toen trouwde ik. Met Jan dus. Trouwen…dan moet je ook een kind maken, dat hoort er gewoon bij. Maar we waren druk en hadden allebei geen haast. Ik was toen 33 en had nog even.

Toen ik 36 was, werd ik even ongerust. Moest ik nu geen kind krijgen? 36 was zo’n symbolische leeftijd. Kon ik nog wel een kind krijgen? Geen idee en het was niet relevant. Geen tijd, geen echte behoefte, geen kind.

En toen werd ik dit jaar 38. En dat is toch best dicht bij 40. En dat klinkt als een leeftijd waarop je allang je eerste kind niet meer moet krijgen. En nog steeds ben ik er niet uit.

Ik heb geen behoefte aan een kind perse. Maar het idee van een kind, dat kan ik niet goed loslaten. Het idee van zo’n klein mensje, zo eentje die ervoor zorgt dat je eigenlijk nooit eenzaam kunt zijn en die je nog een beetje kunt vormen en wijze lessen mee kunt geven. Dat is lastig om los te laten.

Maar niet zo lastig als het idee dat het niet meer kan op enigerlei moment. Dat ik dan niks meer te kiezen heb. Dat is niet lastig. Dat is angstig. Geen kind. Niet omdat ik niet wil, maar omdat ik niet meer kan. Niet dat het nu al zo ver is. Maar het idee geeft me stress.

Jammer genoeg geeft die stress geen respijt. Want terwijl ik bang ben om een trein te missen waarvan ik niet zeker weet waar het heengaat, voel ik niet wat men zegt te voelen bij een kinderwens.

Oh, wat moet ik nou. Een kind. Geen kind. Een baby. Gewoon mijn katten. Ik ben 38 en ik weet het gewoon niet. Ik denk dat het antwoord “nee” is, maar wat als het antwoord opeens ja wordt. Wat als ik over een jaar of 10 denk “had ik maar….” Wat als, wat als…?

Ik kom er maar niet uit. Wil iemand me er misschien eentje lenen? Dan kan ik het uitproberen en terugbrengen als ik het niks vind….misschien dat ik er dan eindelijk iets zinnigs over kan zeggen? Wel een gezellige graag. Ik ben nog kieskeurig ook.

En ja…ik néém een kind (of niet dus in dit geval) – die hele “een kind krijg je, een kind neem je niet”-discussie is bijna een reden om pertinent géén kind te nemen. 

Share with your friends









Submit

Digitale kletskous, gezellige borrelaar, webgek en -werker, kattenvrouwtje. Lees, speel wat piano, zing wat, maak wat internetdingen. Hekel aan valse wijven, maar nog meer aan valse kerels.

21 comments

  1. Voor pleegkinderen is er geen einddatum. Mocht je nu dus besluiten om niets te doen en je later bedenken, dan is er nog een mogelijkheid. Geeft je nu misschien wat rust?

  2. Jeugdzorg? Je kunt googlen op pleegouder worden en dan vind je superveel informatie. Ik kan niet zwanger worden, en zolang ik geen partner heb is adoptie financieel en fysiek ook niet haalbaar en nu ik bijna 30 ben, weet ik dat het allemaal wel eens te laat kam gebeuren, op adoptie zit een leeftijdgrens namelijk. Ik vind het geruststellend dat als ik opeens naar een kind ga verlangen, dat er nog een alternatief is, waarbij je ook nog eens iets wereldverbeterachtigs doet.

  3. Ik zeg altijd tegen mijn kinderen: bij twijfel niet doen.
    Ik nam om een hele gekke reden een kind. Ik wilde op mijn 26e weten of ik ze wel kon krijgen.
    Iets met menstruatiestoornis. Mijn Jan vond alles best. En zo geschiedde.
    Na nr 1 kwam voor de gezelligheid nr 2. En daar is het bij gebleven.
    De eerste jaren waren pittig, zo niet vreselijk. Maar nu, met dochters van 29 en 31, vind ik het TOP.
    Mijn advies: ……..??!
    En nee, ik ben gelukkig nog geen oma.

    1. Alle redenen zijn toch eigenlijk gewoon gekke redenen. Volgens mij is er niet een goede reden om een kind te krijgen, behalve dat je het wil….zei de non-expert 🙂

      Jouw advies sluit erg aan bij mijn huidige toestand 😀

  4. Je mag dan mijne lenen (jongen, 1,5 jr, eet goed, slaapt goed, meestal heel gezellig). Alhoewel ik iets jonger ben herken ik je afweging. Mijn Jan wilde wel dolgraag kids en we besloten t om zijn beloop te laten. Als ik zwanger zou worden prima, zo niet ook prima. Ik werd zwanger en vond dat super leuk. De kleine vond ik de 1e mnd niet altijd leuk (ben niet zo’n baby type), maar het word nu met de dag leuker. Met een paar goede oppasadressen kun je nog steeds doen wat je wilt, dus daar is niet zoveel in veranderd.. Ik kan nog steeds de vraag niet beantwoorden of ik nu kinderen wil of niet (ben ik gelukkiger/ is mijn leven leuker met/zonder kind). Het grote voordeel is dat je een kind niet kan ruilen/wegdoen, dus of je t nu wel of niet leuk vind, je kan er maar beter het leukste van maken 🙂 Het enige wat ik weet is dat het zo fantastisch mooi is om moeder te worden/te zijn en dat ik super blij ben dat ik dit zelf heb mee mogen maken en aangezien we graag ons gezin uitbreiden, denk ik dus dat ik gelukkiger ben met kinderen ….

    1. hahaha, je weet hem wel te verkopen. Ik ben zelf ook niet zo’n babytype, dat maakt het er niet gemakkelijker op. Dank voor het delen van hoe jij het ervaart in elk geval! 🙂

      1. Gelukkig dus dat ze maar 1 jaar baby zijn – dan een paar jaar dreumus/peuter – dan gewoon kind en het langste deel van hun leven zijn ze volwassen 😉

  5. Je mag die van mij ook wel een dagje lenen . De poepluiers en al die andere dingen krijg je er gratis en voor niets bij 😉

    Maar alle gekheid op een stokje: ik kan geen oplossing bieden. Ik weet alleen wel dat je zowel met als zonder kinderen prima door het leven kan. ik heb er zelf niet al teveel over nagedacht. Ik en mijn vriend keek wel of het lukten en een jaar later was ze er al. Geen moment spijt van gehad. En met hulp van een goede oppas enzo kan ik ook prima een feestje vieren.

    Maar een leven zonder kinderen heeft ook voordelen. Welke beslissing je ook neemt, het is altijd de goede. En wie weet krijg je geen kinderen. Nou en? Dan heb je ook een leuk leven. Niet in paniek raken, komt allemaal goed 😉

  6. De mijne zijn nu acht en twaalf, zie ze zelf al te weinig om ze uit te lenen 😛

    Kinderen krijgen/nemen doe je met z’n tweeën, heb zelf ook een poos getwijfeld met mijn nieuwe partner, gezien haar medische achtergrond en de daarbij komende risico’s hebben we besloten het toch niet te doen, ook als het wel gezond en wel op de wereld zou komen, het is een hele flinke impact op je leven zoals het nu is. Een kind neem je, is een besluit, vaak op gevoel, in een moment, twijfel zal er altijd zijn, tot het moment dat het is gebeurd, daarna komt er vast weer nieuwe twijfel, er zijn teveel treinen en ze gaan alle kanten op, neem je de een, dan mis je de ander. Moeilijke beslissingen zijn het wel. Ik was 23 toen ik vader werd, achteraf zou ik het zo niet meer doen, maar spijt heb ik allerminst van mijn twee geweldige dochters 🙂

  7. Eens met bovenstaande feedback: “bij twijfel niet doen”. Behalve bij kinderen: bij twijfel, wel doen!

    Ik heb tot mijn 30e zeker geweten dat ik geen kinderen wilde: wat moest je er mee, ik had werkelijk geen idee! Toen kwam de twijfel. Het moeilijke is, is dat je niet waar je voor kiest, en of je wel het juiste kiest (de gevoelens die je voor andermans kinderen hebt, hoe leuk ze ook zijn, vallen wat mij betreft in het niet bij de gevoelens voor je eigen kinderen en geven geen indicatie of het wat voor je zou zijn).

    Wij hebben toen voor kinderen gekozen en ze ook gekregen (gelukkig). Wij hadden namelijk beiden het idee dat de kans groter is dat we spijt zouden krijgen van het niet-krijgen van kinderen dan van het wel-krijgen ervan. En na kind 1, had ik weer diezelfde twijfel over een eventueel tweede kind. En ook hier weer: bij twijfel, wel doen. Wij hebben nu dus 2 kinderen en ik vind het fantastisch.

    Los van de oppas waarbij je dus tijd hebt voor feestjes, vind ik juist de combi met werken heerlijk. Na een intensief en leuk weekend, vind ik het op maandag ook weer enorm fijn om met mijn eigen dingen bezig te zijn.

    En ook ik ben geen baby-moeder; het wordt pas echt leuk na zes maanden, en die eerste zes maanden zijn zo om, echt waar!

    Wat je ook kiest: ik hoop dat je nooit spijt van je keuze zal krijgen en dat je gelukkig bent en blijft.

  8. Ik bevind mij al jaren in dezelfde interne discussie, behalve dat ik als 31-jarige nog iets meer tijd heb. Ooit las ik een goed boek dat beide kanten belichtte: Dilemma! Wil ik een kind of niet? Daarin las ik dat 12% van de kinderlozen daar spijt van heeft. En dat 12% van de mensen MET kinderen daar spijt van heeft. (of een dergelijk getal, het ging erom dat het getal gelijk was en van ongeveer die orde van grootte). Puur bèta-nerd statistisch gezien maakt het dus geen poep uit wat je kiest 😀 Gaf mij veel rust, die gedachte.

  9. O, wat herken ik je gevoel! Ik heb jaren gepiekerd en getwijfeld. Tot buikpijn aan toe, het hield me uit mijn slaap. Die twijfel vreet je zo op, dat gun ik niemand. Daarna moest ik wegens medische redenen (die niets met mijn leeftijd te maken hadden) nog 2 jaar wachten tot het kon. Ik was inmiddels 38. Daarna ging jij mijn zwangerschapsverlof waarnemen, dus je weet hoe het afliep. Om een oud-buurman te citeren:’ het is -veel- leuker dan ik dacht en -veel- vermoeiender dan ik dacht. Maar de enige spijt die ik heb is dat ik zo lang heb getwijfeld. Tot mijn eigen verbazing had ik achteraf heel graag meer kinderen gewild. Mijn motto was ‘ik vind nul kinderen best heel veel’. Ik heb het nu vooral heel moeilijk met het feit dat mijn dochter enig kind zal blijven.

  10. Niet doen, zeg ik na het lezen. Je mist straks niet een kind maar de mogelijkheid om te kiezen voor een eigen kind. Want andermans kinderen zijn er in overvloed om voor te zorgen. Bovendien is het niet altijd rozengeur en maneschijn. Het kan ook maar zo zijn dat je een kind krijgt dat extra zorg nodig heeft de rest van zijn leven, en geloof me, dan ziet je leven er heel anders uit, hoeveel je ook houd van je kind. Als een kind je liefste wens is, kan je dat misschien handelen, maar anders …. Mocht je twijfelen, mag je er best een van mij lenen een half dagje . Ik zou die twee van mij nooit meer willen missen, koester de mooie momenten, en zou het zo weer doen. Ze zitten beiden in mijn hart.

  11. Bestond er maar zoiets als een glazen bol. Die zou al die twijfel over wel/niet meteen wegtoveren.

    Akkoord, het is de eerste maanden niet altijd een pretje, de eerste uren lag ik naar dat wezentje te staren in de kraamkliniek en dacht ik: “nou, wat moet ik nu met je?”. Dat heeft zo een paar dagen geduurd. En toen moest ie ook nog es mee naar huis. Daar zat ik dan met die baby die ik zo graag wou. Zucht.

    Maar toen kwamen die eerste kreetjes, de reactie op je stem, die oh zo spontane kirrende glimlach als je met je hoofd boven het wiegje tevoorschijn komt, het trillende lipje als je ‘s ochtends vertrekt en de hartverwarmende open armpjes als ze je ‘ s avonds terugzien. Het gevoel dat je nodig bent, het gevoel dat je onvoorwaardelijk van dat persoontje gaat houden (nee, niet noodzakelijk van dag 1 maar ook dat geeft niet).

    En dan zie je ze opgroeien. En als ze 3 zijn, komt er op hetzelfde toontje dan mama of papa plots een volzin uit: “schaaaat, waar blijf je nouuuuuuu” of zeggen ze met hun grote ogen: “mama, jij bent de mooiste van de wereld”. En als ze 5 zijn dan zie je een tekening waar mama en papa met grote hartjes erbij getekend worden. Jullie zijn het centrum van die peuter.

    Of ze komen van school als ze 9 zijn en dan controleer je even de werkjes van school. En wat zie je dan zoals ik deze week in een opstel: “mijn naam is x, ik ben 9 jaar. We zijn naar vrankrijk (sic!) geweest in de vakantie Het was de mooiste vakantie van mijn leeven (sic!). Ik hou veel van mijn mama, ik ben ook gelukkig want we hebben veel leuke dingen gedaan op vakantie en volgend jaar wil ik weer naar vrankrijk. Einde!”

    Ik zie heus ook de negatieve kanten hoor. Maar die wegen echt niet op tegen de positieve. En weet je wat ook zo mooi is aan een kind ‘nemen’. Dat het een mix is van jij en je partner en je zoveel van jezelf én je partner ziet terugkomen in dat ene persoontje. Dat alleen al is onvervangbaar.

  12. Wat een mooi blog. En tot op zekere hoogte herkenbaar.
    Wel valt me op dat het merendeel (of allemaal, dat ben ik alweer vergeten) van de mensen die reageerden (uiteindelijk) allemaal ouder zijn geworden.

    Wij zijn dat niet. Wij wilden wel, maar tijdens het proberen, wat langer duurde dan we dachten, werd ik ziek (hersenbloeding). Onze kinderwens werd woest van tafel geveegd.
    Nu, bijna ruim drie jaar later (en ik inmiddels 39) denk ik dat het goed is zo.

    Hoewel het soms nog kriebelt heb ik vooral het gevoel dat mijn eierstokken rammelen om het ‘meemaken’ wat ik mis. Soms voelt het verdrietig omdat ik een levensrol mis die veel anderen om mij heen wél vervullen. Dat maakt soms dat ik me een buitenstaander voel.

    Maar wat overheerst is opluchting bij zowel mij als mijn partner. Ons leven is simpeler. Voorspelbaarder. En dat is in onze situatie het beste.
    Onze verantwoordelijkheid houdt op bij onszelf. Onze zorgen houden op bij onszelf. Het heeft een poos geduurd voordat wij op hetzelfde punt waren qua gevoel, en ik vind het nog steeds soms erger dan hij. Maar wij zijn blijer met elkaar dan ooit, en ons leven is net zo zinvol als wanneer er wel kinderen waren geweest.
    (en heel stiekem denk ik dat ik later als een ik oud vrouwtje ben in het bejaardenhuis ik daar vast verliefd wordt op een oud mannetje met een hele schare aan kinderen en kleinkinderen. En toen werd ik toch nog oma. )

  13. Eens met Suzanne: bij twijfel wél doen. Ik ken niemand die spijt heeft van het moeder- of vaderschap, hoe zwaar het misschien ook was en hoe ongelegen het misschien ook kwam. En om uit eigen ervaring te spreken: mijn kinderen zijn het mooiste dat me ooit is overkomen, hoe hels de zorg en de opvoeding ook kunnen zijn.

    Want nee, dat valt niet mee. Kinderen gijzelen je hele leven. Dag en nacht ben je met ze bezig. Zelfs als ze er niet zijn (op school, bij oma, bij de oppas, vastgesnoerd in het kinderzitje in een verder lege auto), ze blijven in je gedachten hangen en aan je geweten knagen. Ben je eindelijk een avondje uit met je geliefde (o ja, we waren ooit geliefden, nu zijn we een kinderopvoedteam), is het belangrijkste gespreksonderwerp ineens toch weer ‘de kinderen’. Om nog maar te zwijgen van praktische beperkingen, zoals zestien jaar lang alleen maar gedurende de schoolvakanties op reis kunnen.

    Maar wat je ervoor terugkrijgt! Alleen al de aanblik van die kleine mensjes die uit jezelf voortkomen vergoedt alles. Al die kleine stapjes in de ontwikkeling die je minutieus kunt volgen – en hier en daar stimuleren of afremmen. Ruzie hebben met je eigen kleuter, dat is toch onbetaalbaar?

    Gisteren: mijn dochter van 4 voor het eerst op het podium tijdens de kerstmusical op school. Net verstaanbaar fluisterzong ze: “Hond, hond, je bent mijn vriend, ik wil je nooit kwijt. Hond, hond, mijn liefste knuffel, voor altijd.” De tranen stroomden bijna over mijn wangen van ontroering. Mijn meisje!

    Een pleeg- of adoptiekind zou voor mij nooit hetzelfde kunnen betekenen als een eigen kind van vlees en bloed. Ik zie mezelf in mijn kinderen terug en dat is een troostrijke gedachte, ook voor later. Sinds ik kinderen heb, weet ik pas écht wat ‘onvoorwaardelijk houden van’ is.

    Ik hoop dat ik je hiermee iets geholpen heb!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Share with your friends









Submit