Ik ben dus aan het puzzelen op een translation assistant, die werkt in onze interne GPT.
Het idee is simpel: contentspecialisten moeten zelf korte teksten kunnen laten vertalen, zonder elke keer een vertaalbureau in te schakelen. Nieuwsberichten, webpagina’s, klantcommunicatie dat soort spul.
Niet omdat vertaalbureau’s geen waarde hebben overigens, maar voor veel teksten een net iets te groot vehikel zijn. Door GenAI in te zetten, kunnen we meer teksten vertalen (en zo dus meer toegankelijkheid bieden) en dat kunnen we dan sneller doen.
Maar vertalen in een gereguleerde sector komt met potentiële juridische haken en ogen, naast de merkstem, schrijfwijzer en andere contentzaken.
Een verkeerde woordkeuze kan een klacht worden en een verkeerde geïnterpreteerde nuance kan een compliance-issue worden. En een vlotte AI-output die goed klinkt maar niet klopt, wordt als je niet oplet soms gepubliceerd.
En met outputblindheid, met onderzoek waaruit blijkt dat AI-output (soms dus onterecht) meer wordt vertrouwd en onderzoek waaruit blijkt dat intensief gebruik van GenAI samengaat met afnemen denkvermogen, dacht ik: dit mag niet te makkelijk worden. I know …counter intutive, maar toch is het zo.
Versies
Versie 1, werd een handmatige versie. Je plakte een tekst in. De AI vertaalde, controleerde zichzelf, leverde een afgerond resultaat: de vertaling.
Mooi.
Maar na een tijdje testen, bleek de output niet consistent en de self-check ook niet.
Ik besloot daarom om de twee taken te scheiden en er 2 aparte prompts van te maken.
- Prompt 1 vertaalde
- Prompt 2 controleerde en voerde (indien nodig) verbeteringen door.
Dat werkte al meteen vele malen beter. Niet alleen werden de vertalingen beter, maar de controles werden ook zinvoller.
Nogmaals mooi.
….er is wat frictie nodig
Maar het bleef knagen. Want pre-AI controleerden we een aantal zaken extra goed: het risiconiveau van de te vertalen tekst, specifieke terminologie uit de schrijfwijzer én de inhoudelijke correctheid van de vertaling bijvoorbeeld.
Nu deden we dat nog steeds wel, maar veel minder expliciet. De contentspecialist was met deze prompt een proces aan het besturen dat veel sneller en minder expliciet verliep en dat een scherpte vroeg waar het proces in kwestie niet toe uitnodigde.
Ik ging nogmaals zitten. Hoe maak ik dat nou beter?
Ik voegde expres frictie toe. Niet boos worden. Maar als je wel boos wordt, deed ik het toch.
Mijn prompt doet nu dit (en is inmiddels ook niet meer handmatig):
- Je geeft je te vertalen tekst aan de GPT translation assistant
- GPT stelt een aantal (3) checkvragen, te beantwoorden met een simpel ja of nee: is deze tekst goedgekeurd bijv.
- Geef je op 1 vraag een antwoord dat niet mag, dan stopt het daar en vertaalt GPT niet voor je
- Geef je de juiste antwoorden, dan vertaalt GPT de tekst voor je
- Hij vraagt je dan of je een kwaliteitscheck wil doen
- Als je ja zegt, dan geeft hij (in volgorde van zwaarte) aan wat er beter kan of anders en vraagt of je zijn wijzigingen wil doorvoeren
- Als je ja zegt, voert hij je wijzigingen door
- Na het delen van de nieuwe versie herinnert hij je er nog maar eens aan om de tekst goed te controleren.
Maar maar…maarrrrr GenAI moet toch sneller gaan ??
Ja, dat doet het nog steeds, maar snelheid is niet het enige doel. Het moet minimaal even goed zijn als wanneer een mens het doet én het moet zo veilig mogelijk zijn.
De keuze om het proces te vertragen, probeert in acht te nemen hóé mensen in de praktijk werken en helpt gebruikers (een beetje) om bij de les te blijven en om verantwoordelijkheid te nemen.
Wat ik eigenlijk probeer met die frictie, is niet alleen gedrag afremmen, maar het denken terug in het proces schuiven.
AI doet zijn werk alsof allemaal vanzelfsprekend is, toon, vertaling, flow. En dat is een potentieel probleem, want zodra iets moeiteloos aanvoelt, lijkt het ook meer waar/kloppend.
Maar taal ís niet moeiteloos. Zeker niet bij banken en verzekeraars, of waar het gaat om beleid of juridische contexten. Daar zit altijd interpretatie in. En interpretatie vraagt hersencellen, geen knoppen.
Dus frictie is geen irritante vertraging, het is een moment waarop je als maker weer even in beeld komt, in plaats van dat je enkel toeschouwer bent van de machine. Je moet iets aanvinken, nadenken, kiezen, weigeren. En dat simpele “ja of nee” zorgt er al voor dat je niet automatisch doorklikt.
We doen net alsof efficiëntie het hoogste goed is, maar wat heb je aan snelheid als je onderweg je beoordelingsvermogen kwijtraakt?
Frictie houdt dat vermogen in leven. Niet om het proces ingewikkeld te maken, maar om te voorkomen dat jij verdwijnt uit het proces. Niet omdat ik van je hou…doe ik wel…maar omdat je een zinvolle plek hébt in dat proces.
Ik wil geen mwah
Ik heb dit principe overigens al vaker toegepast. Bij een eindredactie-prompt gebruikte ik een persona (Eddie Thor) om het brein van de gebruiker net lang genoeg uit automatische stand te halen. Bij campagneteksten voegde ik een kruispunt in: eerst kiezen, dan genereren. Ik vertraag dus expres.
Niet omdat ik tegen snelheid ben. Maar omdat ik zie wat er gebeurt als tools té vlot zijn: mensen schakelen hun brein uit. En dan zijn we bezig content te maken die correct lijkt, maar mwah is. En dat vind ik zonde. Niet alleen voor de organisatie, maar ook voor het vak zelf.
Want frictieloos is snel. Maar frictie is precies het punt waar dingen en denken vaak beter wordt.
Mahja: gaat dit werken?
Eerlijk? Dat weet ik nog niet.
Misschien gebruiken mensen de assistent één keer, merken ze dat het langzamer is dan ze willen, en stappen ze over op iets anders.
Misschien antwoorden ze “ja” op vraag 1, ook als de tekst niet is goedgekeurd, gewoon omdat ze verder willen.
Misschien lezen ze de review niet, en klikken ze gewoon door.
Wat ik wel weet, is dat als je efficiëntie wilt zonder risico, je moet accepteren dat het niet altijd soepel aanvoelt.
En dat doe ik niet omdat ik je niet vertrouw, maar juist om ervoor te zorgen dat je in al het GenAI geweld je staande blijft houden en vooral ook je grijze massa erbij blijft.
In het ergste geval heb je in elk geval bewust gekozen om het proces te negeren. Dat kan ik niet tegenhouden, maar dan draag jij de verantwoordelijkheid ook.
Snel is leuk, goed is beter
We zijn wat mij betreft te veel gefocussed op snel, sneller, snelst. En hoewel ik als ongeduldig mens, mij daar best in kan vinden, wil ik ook goed, beter best. Veilig, veiliger, veiligst en controle, controlerder en controlest (ja, dat zijn door mij bedachte woorden. Klopt ja). GenAI is geen smoes om je processen bij het vullis te zetten lijkt mij.
Ik merk dat ik het idee van frictie als cognitieve ondersteuning, steeds meer aan het implementeren ben. Omdat vloeiend niet hetzelfde is als goed, veilig of zelfs zinvol. Soms is vloeiend zelfs een stiekeme vijand van dat alles.
Ik ben het maar hoor, niet stressen.
I’ve spent over 25 years working in content strategy and digital transformation, which means I’ve seen enough technology hype cycles to be skeptical and enough genuine innovation to stay curious.
Want to talk shop? Do get in touch!



