“Kun jij misschien een promptEen prompt is de instructie die je aan een AI-model geeft zoals bijvoorbeeld ChatGPT. Het is hoe je communiceert met het systeem: wat je vraagt, hoe je het vraagt en... Meer maken voor…” Mijn gesprekken beginnen steeds vaker met die zin. Op mijn werk natuurlijk., gelukkig nog niet wanneer ik al bachata-dansend mijn vrienden tot nog één tequila verleid. Maar toch. De vraag (niet de tequila) maakt me soms licht onrustig.
Want hoewel ik absoluut heil zie in slimme samenwerkingen met AI, zie ik ook de risico’s. BiasBias is de set aan vooroordelen in AI-output die het resultaat is van de data en de manier waarop een model is getraind. Omdat LLM's leren van bestaande teksten, waarin... Meer, hallucinatiesEr is sprake van een hallucinatie wanneer een AI-model informatie verzint die plausibel klinkt maar die feitelijk onjuist is of volledig verzonnen. Dat gebeurt omdat LLM's zoals ChatGPT woordreeksen voorspellen... Meer, generieke taal… die ken je wel. Maar er is er nog eentje, minder zichtbaar en toch behoorlijk hardnekkig: output blindheid.
Ja, dat is een ding
Misschien herken je het: je laat AI iets voor je maken, scant de output vluchtig en denkt dan… ja, prima toch. Terwijl je eigenlijk geen idee hebt of het écht goed is of wat er eigenlijk precies staat. Je brein knikt wel beleefd, maar is eigenlijk al met de lunch bezig.
Output blindheid ontstaat wanneer je AI dingen voor je laat genereren en je zelf niet meer scherp genoeg kijkt naar wat eruit komt.
Geen idee of het al een officiële term is, maar dat het een fenomeen is, staat vast. Onderzoek bevestigt inmiddels dat dit overmatige vertrouwen in AI-systemen een reëel risico is.
Je brein is een luie donder
Dat effect zie je vooral bij taken die je vaak herhaalt, maar eigenlijk is niemand veilig. GenAI spuugt soms eindeloze lappen tekst uit, en alleen dat maakt het al lastig om alert te blijven.
Ondertussen doet je brein precies wat het altijd doet: het zoekt naar manieren om energie te besparen. Hoe vaker je AI-output als ‘goed genoeg’ ervaart, hoe sneller je beoordelingsreflex afvlakt. Zeker als het er op het eerste gezicht prima uitziet.
En voor je het weet, scroll je langs een halve pagina tekst zonder dat er ook maar één kritische gedachte is ontstaan.
Output blindheid dus.
Vakmanschap vraagt om frictie
En dat is niet alleen een risico op meer fouten, maar ook op vervlakking. Want hoe vaker we onze inhoudelijke scherpte parkeren, hoe gemakkelijker het wordt om middelmatigheid normaal te vinden. Zeker als verder niemand protesteert, want hé, de tekst ziet er strak uit… toch?
Maar ergens verlies je iets. En dat is niet alleen grip op kwaliteit, maar ook op dat wat je werk juist goed maakt: het nadenken, het twijfelen, het aanscherpen. Alles wat vakmanschap ís.
Dat heeft niet alleen gevolgen voor de kwaliteit van je output, maar ook voor je eigen denkvermogen. Want hoewel je samen met GenAI prachtige dingen kunt maken, weten we inmiddels ook dat wie z’n brein te vaak op de achterbank plempt, op den duur met een snurkende passagier rondrijdt. MIT-onderzoekers zagen bij intensieve AI-gebruikers al zwakkere hersenconnectiviteit en een slechter geheugen.
Drie kleine ingrepen
Dus sloeg ik aan het denken. Hoe kan ik in mijn prompts kleine ingrepen doen die dat effect een beetje tegengaan?
Ik wilde twee dingen bereiken:
- Het brein van de gebruiker actief houden tijdens het GenAI-content-proces
- En tegelijk het lerend vermogen stimuleren
Bij de laatste twee promptverzoeken die ik kreeg, heb ik het ontwerp dan ook bewust langs die twee lijnen aangepakt.
Daaruit kwamen drie kleine maar doeltreffende interventies. Niet super spectaculair hoor, maar wel effectief. Welke ik kies, hangt af van de context en van wat ik het brein van die gebruiker wil laten dóén.
Eerste held: Eddie Thor
Eddie Thor is je vriendelijke eindredacteur. Niet zo eentje die zuchtend elk Word-document opent, maar eentje die je uitnodigt om samen met jou, je tekst te verbeteren. Hij is persoonlijk, licht sarcastisch en komt altijd met concrete suggesties, inclusief voorbeelden. Soms stelt hij een paar rake vragen, soms doet hij een herschrijfvoorstel, en aan het eind vraagt hij vriendelijk of je nog verder wil denken samen.
De ingreep lijkt klein, maar doet precies wat ik bedoel:
- De toon van Eddie is zo persoonlijk en gevarieerd, dat hij je brein net lang genoeg uit de automatische stand haalt.
- Zijn output is goed opgemaakt: witregels, tussenkopjes, heldere structuur. Geen visuele brei, maar iets waar je ogen (en dus je hoofd) makkelijk doorheen bewegen.
Dat alles maakt dat zelfs een herhaaltaak minder mechanisch voelt. En dat jij nog steeds meedoet aan het denkproces in plaats van alleen maar op de knoppen te drukken.
Tweede held: De kruising
Soms laat ik een prompt beginnen met een kruispunt. Geen automatische herschrijfopdracht, maar eerst een kleine inhoudelijke keuze. Welke kant wil je op?
Bijvoorbeeld bij een prompt voor campagneteksten. Je voert je oorspronkelijke tekst in, en GenAI stelt je dan deze vraag:
Wil je dat de tekst:
A. Overtuigender wordt: met heldere argumenten en call-to-actions?
B. Persoonlijker: met een menselijker toon en meer herkenbaarheid?
C. Emotioneler: met meer nadruk op gevoel en beleving?
Die uitleg erbij is bewust. Het helpt om niet zomaar op de eerste optie te klikken, maar echt even na te denken: wat wil ik hier eigenlijk bereiken?
De ingreep is klein: een inhoudelijke keuze, met context. Maar precies daardoor blijft je brein tussen input en output actief. Je móet even schakelen. En dat voorkomt de copy-paste-reflex die GenAI soms zo verleidelijk maakt.
Derde held: Vragen, vragen, vragen
Soms stel ik het moment van output gewoon even uit. Eerst moet de gebruiker iets terugzeggen, nadenken of kiezen. Want voor sommige taken is een directe reactie van GenAI te snel. Dan loop je het denkwerk mis dat er eigenlijk nog tussen had moeten zitten.
Bij deze methode laat ik GenAI eerst een paar vragen stellen, afgestemd op de input. Niet eindeloos hoor, gewoon twee of drie rake vragen. Bijvoorbeeld bij een prompt voor een LinkedIn-artikel of longread:
- Welke inzichten wil je dat de lezer echt meeneemt?
- Wat mag er niet verloren gaan in de toon of nuance?
- Moet dit stuk vooral informeren, activeren of positioneren?
De vragen dwingen de gebruiker om een halfbewuste bedoeling expliciet te maken. Geen complete briefing, maar een microreflectie. Net genoeg om het brein weer aan te zetten.
Het lijkt een beetje op De Kruising, want ook daar rem je het proces. Maar er zit een fundamenteel verschil in wat er gebeurt. Bij De Kruising kies je uit een paar richtingen die al voor je klaarliggen en hier moet je zelf iets formuleren. Geen keuzemenu, maar woorden geven aan wat je wilt, bedoelt of belangrijk vindt.
Juist dat verschil, tussen kiezen en verwoorden, is belangrijk. Want het voorkomt dat je in de plak-prompt-kopieer-input-kopieer-output fever dream belandt en het houdt je brein precies waar het hoort: aan.
Maar er is nog een dingetje
Mooi. Maar dan bleef dat lerend vermogen nog over. Dus maakte ik van dezelfde prompt ook een versie in stappen (die binnen 1 prompt passen overigens). Niet omdat dat wereldschokkend is, maar omdat het werkt. In plaats van “maak het” is de essentie van deze variant: vertel eerst wat er niet goed is, leg daarna uit waarom, en vraag dan pas of je iets moet maken.
Misschien denk je nu: duh. En dat mag. Maar inmiddels heb ik moeten constateren dat de verleiding om je brein uit te schakelen bij gebruik van GenAI echt groot is. En dat is niet alleen luiheid. Je brein vindt dat namelijk best lekker. Dat ding is een optimizer. Altijd bezig met reorganisaties. Iedereen eruit die niet effectief bijdraagt aan de ROI. Ook jij.
Door de output nog even uit te stellen en de reflectie expliciet te maken, dwing je jezelf om na te denken over wat er precies gebeurt, voor je in de generatiemodus schiet. Niet groot, niet revolutionair. Maar wel genoeg om van klakkeloos klikken weer even terug te gaan naar serieus nadenken.
Auto-destroy
En dat raakt aan iets groters. Want hoe vaker we het denkwerk uitbesteden, hoe meer we ook de waarde van dat denkwerk zelf aan het afbouwen zijn. Niet alleen individueel, maar als vak. Wetenschappers vonden een duidelijk verband tussen veel AI-gebruik en afnemend kritisch denkvermogen. Sowieso zitten we nog in een fase waarin content zonder expert(!) in the loop vaak gewoon… mwah is.
En contentvakidioot tot contentvakidioot ook dit: als we middelmatige output tot norm verheffen, doordat we onze kennis en kunde niet meer inzetten, dan maken we ons vakgebied versneld en onnodig overbodig.
Niet alleen vind ik dat zonde omdat ik van dit vak hou. Ik vind het ook onterecht tegenover degene voor wie we het uiteindelijk doen: de doelgroep, klanten, cliënten, burgers en leden. Die verdienen beter dan middelmatige meuk.
Ook AI kan vals zingen
En ja, er is content die gewoon mwah mag zijn en tóch werkt. Maar er is ook content die je niet kunt laten maken door de moderne equivalent van de speeldoos uit De nachtegaal van de keizer.
Natuurlijk los ik dat niet allemaal op met deze methodiekjes. Maar het is een begin. Heb jij betere? Deel ze, ik hoor het graag. En als ik betere heb, dan hoor je dat van mij.
Ik ben het maar hoor, niet stressen.
I’ve spent over 25 years working in content strategy and digital transformation, which means I’ve seen enough technology hype cycles to be skeptical and enough genuine innovation to stay curious.
Want to talk shop? Do get in touch!




Interessante stuf Xaviera! Hoe werkt dat in de praktijk, hoe maak je dan zo’n prompt bijv. voor Eddie Thor?
Gaan we over kletsen tijdens de workshop. Remind me, want het zit er niet standaard in.