Na herhaaldelijk dreigen en het soort emotionele chantage dat je normaal alleen in films ziet (zing het), was het Wilders zelf die de stekker trok uit het kabinet Schoof. Niet uit frustratie en niet omdat hij zo buitenspel staat, maar omdat hij het zich kan veroorloven.
Hij had een jaar lang de toon gezet: migratie, veiligheid, cultuur, onderwijs, het draaide allemaal om zijn eisen. En elke keer dat het vastliep, dan waren het de anderen die hem tegenwerkten. Hij bleef clean, onaantastbaar en zelfs populair.
En nu stapt hij er dus uit. Niet als verliezer, maar als martelaar. Als de persoon die alles probeerde en maar geen kans kreeg. Alsof hij geen regie had, terwijl hij het script zelf schreef én de cast koos.
Het beeld dat Greetje gretig schets klopt niet, maar het werkt wel. En dat is precies het probleem.
Wilders slechts de verpakking van het probleem.
We blijven naar hem kijken alsof hij het middelpunt van het issue is. Maar hij is slechts een symptoom. Een manifestatie van een bredere beweging en eentje die al jaren geleden mainstream is geworden.
Niet alleen via de PVV. Ook via JA21. FvD en ja absoluut ook via de VVD. Dezelfde retoriek, dezelfde frames en een andere strik. De VVD zette jaar na jaar in op migratiebeperking, maar vergat structureel het minimumloon.
En laten we ook vooral de partijen niet vergeten die zich in het midden wanen met een air alsof ze boven het spel staan. Maar intussen schuiven ze gewoon mee. Zonder het dan zo te noemen natuurlijk, maar altijd ook zonder iets echt tegen te houden.
Dat noemen ze dan pragmatisme, strategie of de kunst van het regeren. Maar intussen schuift het venster steeds verder op. En niemand weet nog wie waarvoor staat of wat er eigenlijk nog te kiezen valt.
Het enige dat we wel weten is dat we naar de *boze burger* moeten luisteren. En dat doen we dan maar he.
De burger is wél gehoord. Maar nooit serieus genomen.
Want de thema’s van rechts zijn al twee decennia het vaste decor van elk politiek gesprek én van elk gesprek ín de politiek: migratie, integratie, identiteit, veiligheid, straffen. Elke week opnieuw.
Niet alleen in verkiezingstijd, maar ook in talkshows, op opiniepagina’s en natuurlijk op social media.
Want ondanks dat we in Nederland inmiddels een hele omroep hebben die gebouwd is op het idee dat een groot deel van het volk ongehoord is, zijn het juist hún thema’s die elke week opnieuw het podium krijgen. Niet als uitzondering, maar als vaste prik in talkshows, headlines en panelgesprekken.
Want nee dat verhaal van “de linkse media” klopt al lang niet meer. De mediawereld is mee verschoven. Niet plots, maar langzaam. En inmiddels zie je dezelfde retoriek, dezelfde frames, dezelfde vijandbeelden terug op plekken waar ooit werd tegengesproken.
In 2021 bleek uit UvA-onderzoek dat rechtse en rechts-populistische stemmen oververtegenwoordigd zijn in talkshows. Niet als tegenstem, maar als norm. Niet incidenteel, maar structureel. En dus zitten dezelfde mensen aan tafel, met dezelfde verontwaardiging, terwijl journalisten vooral “de zorgen” van de kiezer proberen te begrijpen, zonder ooit te benoemen waar die zorgen vandaan komen, of wie er garen bij spinnen.
Het probleem is dus niet dat rechtspopulistische stemmen ongehoord zijn. Het probleem is dat ze te vaak wél gehoord worden, maar nauwelijks nog worden weersproken.
De VVD bouwde campagne na campagne op beelden van grensbewaking en overlast. NSC schoof aan bij de formatie met ‘Nederlanderschap herwaarderen’ als kernvoorstel. De PVV mocht meeschrijven aan beleid inclusief hun regelmatige aanvallen op de rechtsstaat.
Er wordt dus wel geluisterd, maar niet om dan ook iets op te lossen. Niet om bijvoorbeeld bestaanszekerheid te herstellen. Wel om de (terechte) frustraties politiek te kapitaliseren. Zodat de aandacht blijft hangen bij de zogenaamde “gewone man” en de focus niet komt te liggen bij de belangen die werkelijk beschermd worden ten koste van diezelfde gewone man.
Dit is geen opstand tegen de elite. Het ís de elite.
Wie PVV stemt, zegt vaak dat hij vecht tegen macht: tegen D66 of de SP of tegen Brussel en uiteraard tegen woke, hoewel bijna niemand meer kan uitleggen wat dat eigenlijk ook alweer is.
Maar is dat wel zo?
Want als we kijken naar wie er wint, dan zijn dat niet de mensen met flexbanen of de mensen in sociale huurwoningen en ook niet de mensen die minder veilig zijn geworden, of meer afhankelijk.
Nope.
Als we écht kijken naar wie er garen spinnen, dan zien we dat de top 1% alweer rijker is geworden, ook tijdens crises. En dan zien we ook dat grote bedrijven opnieuw belastingvoordelen kregen die jij niet krijgt. De zorg werd aan de andere kant juist uitgekleed waar het de meeste mensen bereikt. Namelijk in buurten en in wijken, dicht bij de mensen die het raakt.
Maar op de een of andere manier lijken we erg slecht in verbanden leggen.
Want hoewel de gewone man dus ontevreden is, krijgt de niet-gewone-man allerlei voordelen en knaken, maar de asielzoeker, transpersoon of klimaatactivist de schuld daarvan.
Niet de huisjesmelker in Wassenaar, maar de alleenstaande moeder in Almere moet de ‘migratiedruk’ oplossen.
Niet de CEO met dertig BV’s, maar de vrachtwagenchauffeur uit Brabant moet het land ‘terugveroveren’.
Alsof hij ooit iets te zeggen had.
Oké en wat nu dan?
Wilders is (even) weg, maar zijn project is sowieso springlevend. Veel van zijn ideeën zijn allang uitgevoerd, genormaliseerd of ingepakt in andermans woorden.
En de kans is zeer aanwezig dat hij gewoon weer terugkomt. Met met nog meer zendtijd, nog meer onverdiende legitimiteit en misschien wel nog meer stemmen.
Niet omdat hij iets heeft opgelost. Maar omdat niemand anders het aandurft of goed gelukt is om echt een duidelijk eigen geluid te laten horen. Eentje die niet alleen een reactie is op Wilders, maar die een echte eigen visie schetst.
De vraag is overigens niet: hoe stoppen we Wilders? De vraag is: hoe stoppen we de normalisering van alles wat hij vertegenwoordigt?
Hier zijn wat praktische ideeën:
Maak het niet kleiner of groter. Wees precies.
Wat er speelt in Nederland is geen onderbuikgevoel, het is politiek en meer specifiek: het is reactionair nationalisme. Een beweging die zegt: ‘dit land is van ons, en niet van hen’. En die de ‘ons’ steeeeeeds kleiner maakt.
Zeg dat! Niet verontwaardigd, maar feitelijk:
- “Je stemt niet tegen (veelal verzonnen) beleid. Je stemt vóór uitsluiting.”
- “Dit is geen proteststem. Dit is een move die bepaalt wie er nog mee mag doen en op termijn ben jij dat ook niet meer.”
- “Je bent niet ongehoord. Je verhaal wordt genoteerd en misbruikt.”
Niet om iemand te beschuldigen, maar om duidelijk te maken waar het precies over gaat.
Maak het klein en concreet
Maak het niet abstract, maar persoonlijk. Niet iedereen raakt alles kwijt door het huidige beleid, maar bijna iedereen raakt wel iets kwijt. En zodra mensen dat zien (niet in theorie, maar in hun directe omgeving) ontstaat er ruimte voor twijfel.
Dat is genoeg:
- Wat gebeurt er als je dochter verpleegkundige wil worden, maar de opleiding is wegbezuinigd?
- Wat gebeurt er als je zoon net geen vaste baan krijgt, omdat hij van uitzendcontract naar flex loopt en je intussen wel je energierekening moet ophoesten?
- Wat gebeurt er als je buurvrouw wordt gekort op haar Wmo-hulp, terwijl ze zorg nodig heeft maar alle gesprekken gaan over de AZC?
Dan blijkt ineens dat retoriek geen risicoloze lucht is, maar beleid dat pijn doet.
De elite? Welke precies?
Wilders zegt dat hij opkomt voor de gewone Nederlander. Tegen de elite en tegen de zittende macht.
Maar zijn beleid doet iets heel anders. Het richt zich vooral op mensen zonder bescherming, terwijl de mensen met daadwerkelijke macht nergens geraakt worden. En dat moet je benoemen. Want zolang we blijven doen alsof dit over links versus rechts gaat, mis je het echte spel:
- “Je stemt steeds tegen asielzoekers, maar je huur blijft gewoon stijgen.”
- “Je vecht tegen de elite, maar je vecht eigenlijk tegen het welzijn van je buurvrouw.”
- “De superrijken ontwijken alles en jij betaalt daarvoor de steeds hogere energierekening.”
Het probleem is namelijk niet dat mensen niet zien wat er mis is. Het probleem is dat ze denken dat de oorzaak ergens ligt waar die helemaal niet ligt en de oplossing net zo goed.
Wees duidelijk over dat je grenzen hebt
Democratie en vrijheid van meningsuiting betekenen niet eindeloos geduld. Er is een grens aan wat je democratisch kunt noemen.
- “Je mag alles vinden. Maar niet alles krijgt beleid.”
- “Er is geen ruimte voor partijen die de rechtsstaat alleen gebruiken als het hen uitkomt.”
- “Dit gaat niet over vrijheid van meningsuiting. Dit gaat over macht over anderen.”
Die grens moet helder zijn want zodra je hem niet meer trekt, kan iedereen doen alsof alles normaal is. En zodra je hem wél trekt, verandert het gesprek.
Maak progressieve partijen weer moedig.
Veel linkse of gematigde partijen zijn bang om scherp te zijn. Bang om ‘stemmers te verliezen’. Maar wie alles probeert te behouden, verliest precies dat wat het belangrijkst is. Praat tegen ze:
- “Je hoeft niet aardig gevonden te worden, je moet een keer echt kiezen.”
- “Wees niet de zogenaamde redelijkheid in het midden, wees de bescherming aan en van de rand.
- “Dwing mij niet om te stemmen uit angst voor je tegenstander. Geef me een reden om op Jou te stemmen.”
Kiezers willen duidelijkheid en echte stellingname. Geen brochuretaal, geen zestigpuntenplan, maar gewoon: waar sta je voor en voor wie? En wat ben je precies bereid te verdedigen?
“Ja maar, ik wil niet polariseren,” zeg je nu. Snap ik. Maar wat denk je dat er nu gebeurt?
Polarisatie is allang aan de hand. Durf dus maar gewoon kleur te bekennen. Niet om tégene te zijn, maar om ergens voor te staan.
Laat empathie los als strategie (niet als moreel kompas)
Zolang rechts-populisme niet duidelijk begrensd wordt, blijft het zich voordoen als een legitieme visie. En zolang we vooral proberen te ‘begrijpen’, blijven we die visie bevestigen en geven we het bestaansrecht.
Je hoeft geen empathie te voelen voor ideeën die anderen schaden. En het is prima om het intellectueel te begrijpen, maar dat betekent niet dat je het ruimte hoeft te geven. Begrip is prima, maar principes zijn beter.
Dit land is namelijk niet van Wilders en zijn haat-fetsjisme, het is van ons allemaal. Maar dan moeten we dat wel weer durven zeggen.
Oh, Laten we het ook nog even hebben over de rekening
Uitsluiting is absoluut niet efficiënt. Sterker nog, het is het duurste systeem dat we kennen.
We zijn eraan gewend geraakt om te horen dat harde keuzes nodig zijn. Dat grenzen stellen “nu eenmaal moet”. Dat we niet alles kunnen betalen, niet alles kunnen dragen en dat er “geen geld is” voor zorg, ondersteuning of bescherming.
Maar die regel “er is geen geld voor [VUL HIER EEN BELANGRIJK THEMA IN] geldt opvallend vaak alleen als het over mensen gaat.
Er is geen geld voor toeslagen, de publieke sector, sociale huur, armoedebeleid, onderwijs of rechtsbescherming. Maar gek genoeg wél voor grensbewaking, controle, sancties, detentie, bewaking, handhaving, privatisering en belastingvoordelen voor de allerrijksten. Daar is altijd geld voor en zelden een plafond.
Dus laten we het eens opentrekken. Wat kost deze koers ons nou werkelijk?
Ongelijkheid is extreem duur
Volgens de Wereldbank is extreme ongelijkheid één van de grootste remmen op economische groei. En uit WRR-onderzoek blijkt dat langdurige bestaansonzekerheid leidt tot een slechtere gezondheid, tot meer uitval op werk en tot hogere zorgkosten. Minder ongelijkheid zorgt dat de sociale rust groter is, het ziekteverzuim lager, en de participatie hoger.
Ongelijkheid is namelijk niet alleen onrechtvaardig, het is inefficiënt en onderhoudsintensief. Het maakt werkelijk alles instabieler: onderwijs, zorg, de woningmarkt en je veiligheid.
En hoe groter het verschil in welvaart in een maatschappij, hoe meer geld het kost om het zo onzichtbaar mogelijk te maken. Je weet wel, zodat mensen niet in opstand komen.
Repressie is geen beleid. Het is symptoombestrijding.
In Nederland is het migratiebeleid de afgelopen twintig jaar continu verscherpt. Tegelijkertijd zijn de kosten voor opvang, handhaving en procedures net zo continu gestegen.
Detentie, juridische procedures, grensbewaking, repatriëring: het kost miljarden, levert weinig op, en veroorzaakt juridisch vastgelopen situaties.
Waarom? Omdat je systemen bouwt op uitsluiting en daarna moet blijven betalen om die uitsluiting vol te houden.
Dat geldt niet alleen voor migratie en migranten, maar ook voor mensen met schulden, voor mensen zonder werk, voor jongeren zonder perspectief en meer.
In plaats van bescherming te bieden en problemen te voorkomen, bouwen we controlelagen in: boetes, sancties, formulieren, meldpunten, algoritmes. Niet om mensen vooruit te helpen, maar om ze klein te houden, wantrouwend en afhankelijk. En dat kost geld. Heel… Veel…. Geld.
De samenleving werkt beter als het voor iedereen werkt.
Dat is geen ideologie, maar een bestuurlijke waarheid. Landen met goede publieke zorg zijn goedkoper uit per inwoner dan landen met geprivatiseerde systemen.
Wijken met goed gefinancierd onderwijs, kinderopvang en buurtondersteuning hebben structureel minder criminaliteit én dus minder repressiekosten. Rechtvaardig beleid voorkomt niet alleen uitval, het voorkomt ook wantrouwen, radicalisering, en uitputting.
Je bouwt dus niet eens voor de ander, maar voor jezelf. Voor rust, voor draagvlak, voor veiligheid, voor gemeenschapszin en voor continuïteit.
En dat is economisch verantwoord, want elk euro aan preventie levert 2 tot 4 euro op aan vermeden kosten. Ja, lees dat nog maar eens.
Enne, “links” is niet onrealistisch
Kent u deze nog, nog, noggggg: “Links kan niet regeren.” “Wie betaalt dat allemaal?” “Het is mooi gedacht, maar niet haalbaar.”
Dat frame komt uit decennia waarin neoliberale partijen het narratief hebben bepaald en links alleen mocht meepraten als ze de taal van ‘haalbaarheid’ en ROI sprak (wat is de ROI op een puppy?).
Maar kijk naar waar rechtvaardig beleid wél de ruimte kreeg:
- Gemeenten met brede armoedebestrijding zagen minder jeugdzorgdruk.
- Landen met progressieve belastingmodellen hebben meer sociale rust én meer economische innovatie.
- In wijken waar de postbode, de vuilnisman en de thuiszorger niet meer hoeven te leuren om bestaanszekerheid, is er minder frustratie. En minder ruimte voor politici die die frustratie misbruiken.
Links is niet het probleem. Links is jarenlang uitgekleed, onzinnig geframed, en onder druk gezet. En tóch laat het, daar waar het wel mag bouwen, elke keer zien dat het gewoon werkt.
Rechtvaardigheid is niet lief, het is gewoon slim.
Je hoeft niemand te overtuigen met je idealen. Je hoeft niet eens iemand te vragen om aardig te zijn. Je kunt het gewoon houden bij wat feitelijk werkt. Bij wat minder kost en meer oplevert.
Het alternatief voor uitsluiting, polarisatie en afbreuk is geen utopische natte droom, het is gewoon fatsoenlijk bestuur. En het is al geprobeerd en geslaagd, alleen nog niet structureel. En niet met de volle rugdekking die rechts onze rechtse kabinetten al twintig jaar wél krijgen.
Geen hoop, alleen helderheid.
We hoeven niet te hopen. We hoeven niets nieuws te verzinnen. We hoeven alleen te stoppen met het domste pad dat er is: een systeem dat zichzelf duur, onveilig en onhoudbaar maakt en dat dan verkoopt als ‘realistisch’.
Realistisch is dit:
Als je bouwt op uitsluiting, moet je constant controle blijven houden. Als je bouwt op vertrouwen, kun je samen leven.
Dat is geen illusie, maar het enige model dat ooit feitelijk heeft gewerkt. Want ‘Realistisch beleid’ dat miljarden verspilt aan controle, uitsluiting en symptoombestrijding, is geen realisme. Dat is dom beleid. There, I said it.
Eerlijkheid is goedkoper, vertrouwen werkt beter en bescherming voorkomt problemen.
De enige reden dat we dat nog steeds niet doen, is omdat het niet uitkomt voor wie er nu wél van profiteert. En dat ben JIJ zeer waarschijnlijk niet.
Ik ben het maar hoor, niet stressen.
I’ve spent over 25 years working in content strategy and digital transformation, which means I’ve seen enough technology hype cycles to be skeptical and enough genuine innovation to stay curious.
Want to talk shop? Do get in touch!



