Dagje efteling

Vandaag had ik het spontane plan opgevat om de Efteling te bezoeken. Dat soort plannen heb ik wel vaker op zaterdagen dat ik per abuis vroeg wakker word en toevallig een goeie bui op voel komen. Dit overkomt mij namelijk niet bijzonder vaak aangezien ik het vleesgeworden ochtendhumeur ben. Maar vandaag had ik dus zo’n schaarse goeie bui op de vroege zaterdagochtend. Op zoek naar een manier om die goeie bui goed te gebruiken, surfte ik op het internet tegen Pardoes op (de mascotte van het park) en na een bezoekje aan de site van deze jongeman (www.efteling.nl) was ik verkocht. Nu ga ik al vanaf dat ik een jaar of 6 ben jaarlijks, minimaal 1 keer naar de Efteling. Het is een stukje jeugdsentiment dat ik -als de echte kreeft die ik ben – niet los kan laten. Het sprookjesbos is een attractie die ik zelfs op 27-jarige leeftijd niet oversla, maar ook de zogenaamde thrillrides hebben na al die jaren hun charme nog niet verloren.

Samen met een vriend van mij vetrok ik vanmorgen in alle vroegte dus richting kaatsheuvel. Zelfs de automobilisten die zoals elke zaterdag, mij vreselijk in de weg zaten, konden mijn goeie bui niet verjagen en vol goede moed reed ik nog geen 45 minuten later de parkeerplaats van het magische park op. Zoals altijd stond zelfs op deze winterse dag de parkeerplaats voller dan je je kunt voorstellen, maar dat soort dingen weet je van tevoren en ook dat gegeven zorgde niet voor bewolking in mijn gemoedstoestand. Eenmaal uit de auto en op weg naar de ingang van het park begon ik mij echter langzaamaan – de herinnering teruggeholpen naar mijn bewustzijn door de gillende kinderen – weer te herinneren dat de Efteling niet alleen magisch is. Maar ik besloot mij af te sluiten voor de illegale bewoners van het land van Laaf en net te doen alsof de kinderen er niet waren. Wel besloot ik stiekem in mezelf dat, mocht ik ooit de politiek in gaan, ik behalve autoloze zondag ook kinderloze zaterdag in zal stellen.

Eenmaal aangekomen in het park werd het pas echt duidelijk hoe druk het wel niet was. Lange rijen bij Fata Morgana, lange rijen bij de bobslee lange rijen voor de toilet, het kon niet op. Maar nog steeds geen scheurtje in het schild dat mijn goeie bui voor slechte invloeden moet beschermen. Eigenlijk ging alles prima tot ik in een van die afschuwelijke rijen ging staan. Gillende kinderen, duwende kinderen, voordringende jongeren en asociale ouders deden hun alleruiterste best om mijn goeie bui naar het land van ooit te doen vertrekken. Hoe is het mogelijk dat in zo’n magische plek als de Efteling zou moeten zijn (vooral de magische prijzen voor het eten maken bijzonder veel indruk op mij), zo bezaaid is met non-magische mensen? Elk jaar weer vergeet ik dat gedeelte van mijn Eftelinguitjes. Elk jaar weer is mijn brein zo genadig voor mij, dat het enkel de mooie beelden laat blijven bestaan en al het asociale wegpoetst met een doekje waar een poetsvrouw jaloers op zou zijn.

Dan maar het sprookjesbos dacht ik bij mezelf na het avontuur met de asocialen in de rij bij Villa Volta. In het sprookjesbos is in principe geen rij en er zijn geen grote attracties, hoe erg kan het daar zijn. Dom, dom, dom. In het sprookjesbos namelijk, wemelt het van de kinderen. Maar dat is niet alles. In het sprookjesbos is een nog afgrijselijkere factor aanwezig. Dit is de groep aan wie de kinderen hun bestaansrecht ontlenen en in wiens buurt zij zich nog gruwelijker gedragen dan dat jongetje in die film Problem Child. Dit zijn de ouders. En ouders, beste mensen, willen het beste voor hun kind. En dat willen ze, beste mensen, ten koste van ALLES. Inclusief andere kinderen, volwassenen, gehandicapten en oude van dagen. Als hun zoonlief vooraan wil staan bij de vertelling van sneeuwwitje, berg je dan maar. Zoonlief wordt, het liefst dwars door jou of een gehandicapte oma heen, naar voren geschoven en mocht je het lef hebben om daar iets van te zeggen dan loop je het risico dat te bekopen met- in het beste geval- een scheldpartij die zijn weerga in het vrije westen niet kent. Nu het leven van kinderen niet meer (zoals in vroegere tijden het geval was) van alle kanten wordt bedreigd, gebruiken ouders hun beschermingsinstinct voor andere doeleinden. Hun kind zal en moet overal de eerste, beste en het meeste van hebben. Doodeng waren mijn ervaringen in het sprookjesbos. Ik wist niet hoe snel ik er weer uit moest komen.

Maar goed, ik geef toe, naast alle kinderen, ouders en voordringers heb ik toch een geslaagde dag in de Efteling gehad. Mijn goeie bui daarentegen is uiteindelijk toch gesneuveld. Droomvlucht deed het ‘m. De rij was eindeloos, het aantal kinderen schrikbarend en achter mij stond een groepje jongeren te bespreken hoe ze het beste voor konden dringen zoals ze dat bij de andere attracties ook hadden gedaan. Dat was de druppel, na droomvlucht, ben ik gevlucht- naar de auto om precies te zijn. En op de weg terug naar huis heb ik mijn eigen thrillride bedacht. “220 over de snelweg” ga ik ‘m noemen. Nu nog kijken of het aanslaat.

Share with your friends









Submit

Ik ben het maar hoor, niet stressen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Share with your friends









Submit