Ik weet dat het niet erg origineel is. Ik weet dat velen voor mij zich dit al af hebben gevraagd. Toch blijft het antwoord uit. En elke woensdag, wanneer ik vrij ben en dus de tijd neem om hier en daar wat aan het huishouden te doen, vraag ik het me -onorigineel of niet – gewoon weer af: waarom blijft de kat zo bang voor de stofzuiger?
Mijn kat is inmiddels een jaar of 8. Wat in kattenjaren dan weer een jaar of 56 is geloof ik. Een respectabele leeftijd. Een leeftijd waarop kennis en ervaring op hun hoogtepunt zijn, terwijl verval en ziekte nog niet gearriveerd zijn. Na 8 jaar ervaring met de stofzuiger. Na 8 jaar omgang, zonder noemenswaardige conflicten. Na 8 jaar zou je denken dat mijn kat intussen wel weet dat de stofzuiger geen katten lust. Toch blijkt elke woensdag (en vaak ook op zaterdag en zondag) weer, dat Shiri – mijn kat – als de dood is dat hij in dat kleine gaatje aan het einde van de stofzuigerslang verdwijnt.
Een tijd lang heb ik gedacht dat het aan het lawaai lag dat de stofzuiger produceert. Uitgebreide experimenten met de föhn, de electrische tandenborstel en het droogprogramma van de wasmachine hebben uitgewezen dat de lawaai-factor te verwaarlozen is. Daarna heb ik nog kort het vermoeden gehad dat er een geheime oorlog woedde tussen mijn kat en de stofzuiger. Onder invloed van een overdosis Stephen King en Dean Koontz boeken, zag ik voor me hoe in de vroege uurtjes Shiri en de stofzuiger elkaar treiterden. Waarbij vooral de stofzuiger natuurlijk te ver ging. Maar ook dat idee heb ik redelijk snel laten varen. Al geef ik toe dat ik ze wel een aantal keer heb geprobeerd te betrappen. Je weet immers maar nooit wat stofzuigers doen als je even niet kijkt.
Mijn laatste idee is een aangeboren, evolutionair gegroeide angst voor zuigers-van-stof. Blijkbaar werden ooit katten – in de oertijd – vaak opgezogen en werd het opportuun – evolutionair gezien om op de vlucht te slaan du moment dat er een zuiger-van-stof opdook. Voor deze hypothese heb ik dan niet exact bewijs, maar mijn gevoel vertelt me dat ik op het juiste spoor zit.
Maar tot het wetenschappelijk bewijs geleverd is – door mensen met meer liquide middelen dan ik – kan ik me prima amuseren met de kat en zijn fobie. Gewoon even de aan-knop indrukken als hij voorbij loopt. Blijkbaar ben ik evolutionait geprogrammeerd om soms een beetje gemeen te zijn.
Een eigenaardig toeval.. jouw fotootje met rood katje in combinatie met je titel “als de dood”, aangezien mijn rode kater afgelopen zondagnnacht is overleden. (Zie log)
Jezus wat erg. Ik ga straks even lezen. Eerst vergaderen. Maar wel erg man!
Poe, na zo’n grappig en zeer herkenbaar stukje is lezen over een overleden kat een flinke domper: sterkte, Jenni.
Toch wil ik nog even melden dat van onze twee katten er één ook ronduit hysterisch reageert op de stofzuiger, terwijl de andere stoïcijns blijft zitten, totdat je hem ‘n keer per ongeluk aanraakt: dan vliegt-ie ook met 50 kilometer per uur weg.