Ooit stond ik in Ouders van Nu. Niet als ouder, want bij Ouders van Nu tellen ze kattenmoeders niet, maar als kind van 7. Een rol die mij op mijn 7e op het lijf geschreven was. Het item ging over…eigenlijk heb ik geen idee waar het over ging. Ik weet wel nog dat er een fotograaf naar ons huis kwam en dat hij van mij en mijn beste vriendinnetje van toen foto’s zou gaan maken.
Op die foto’s werden wij geacht een bordspelletje te spelen. We mochten niet doen alsof we speelden, we moesten er écht en oprecht mee bezig zijn (authentiek zeg maar, in new speak). Hoe het spelletje heette weet ik niet meer. Wat ik nog wel weet is dat ik direct een hékel had aan de entertainment die Ouders van Nu had bedacht. De essentie van het spel was namelijk als volgt: je kón niet winnen. Niet omdat het zo moeilijk was…nee nee, de point van het spel was dat je samenwerkte en tot het einde van het spel kwam. Maar aan het einde van dat spel had dus niemand gewonnen.
Wat een freaking stom spel zeg. Het poldermodel als manier om kinderen te martelen (en ze daarbij dan uitgebreid te fotograferen). Ik vond het maar niks.
Laat ik toegeven dat ik redelijk competitief ben. Het hoogste cijfer van de klas (wanneer ik naar school ging dan) or bust. Als eerste bij de finish line, of niet meedoen. Minimaal een 8, maar als ik wist dat ik dat niet zou halen, dan liever een 1. Dus vulde ik dan alleen mijn naam in op het antwoordenblaadje en liep met onwijze swagger (die had ik toen) naar de docent, nog geen 5 minuten nadat het proefwerk was uitgedeeld. Keihard winnen of keihard falen. Maar wel keihard in elk geval dus.
Nu heb ik geleerd dat dit heel erg On-Nederlandsch is. Niet het winnen zelf (we winnen heus wel eens wat hier…best veel zelfs), maar het Willen winnen. En win je dan ondanks dat je het eigenlijk helemaal niet wilde, dan word je geacht die winst in ontvangst te nemen met uiterste onverschilligheid, gecombineerd met gepaste ingetogenheid op een bedje van zelfonderschatting. Heel ingewikkeld allemaal, die mix tussen wel ambitieus zijn maar niet te graag voorop willen lopen, dé attitude van deze tijd.
Het zal wel door mijn Allochtonistaanse afkomst (The people’s republic van Allochtonië) komen dat ik dat vreemd vind. Dacht ik onwijs dik geintegreerd te zijn, blijkt ik er helemaal naast te zitten.
En laat ik benadrukken: dat ik winnen leuk vind, betekent niet dat ik er plezier aan beleef als een ander verliest. Het betekent ook niet dat ik valsspeel om het te kunnen doen (winnen dus). Ook niet dat ik naar doe over mensen die winneriger zijn dan ik. Al helemaal niet dat ik stemmingmakerij inzet rondom de winst van winnaars. Dát vind ik net zo onaangenaam als the next person (gaat het nog taalpurist?). Nee nee, het is heel simpel: ik prefereer winnen boven verliezen (second place, first loser). Ik vind het prettig als ik me iets voorneem, er (indien nodig) mijn best voor doe en een ander (docent, mijn vader (!), vrienden, een leidinggevende) dat erkent.
Winnen doe je trouwens ook niet alleen maar bij wedstrijden. Nee nee, in het leven kun je van álles een wedstrijd maken. Zelf vind ik dat altijd een prima manier om mezelf te motiveren. Ik zoek iemand waarvan ik vind dat ze iets – wat ik ook wil kunnen – beter doen dan ik ….en ik probeer van ze te winnen. Heb ik gewonnen, dan zoek ik iemand die het nóg beter kan en probeer ik dáar weer van te winnen. Gewoon door mijn best te doen, hard te werken en nou ja…de dingen die je doet…om te winnen. Daar heeft die ander helemaal geen last van en ik profiteer er al helemaal van, want zo blijf ik “mezelf uitdagen” (de dubbele-bullshit-bingo-haakjes worden u aangeboden door Never Ending Web).
Ik weet niet meer exact waarom ik met deze blog startte. Ik weet wel redelijk zeker dat het niet zoveel met de echick award te maken had. Het was toen namelijk nog woensdag en ik had geen vaag vermoeden dat ik ook maar iets zou winnen. Misschien heb ik de discussie over wedstrijden die woedt op het web wel voorbij zien gaan en hebt u mij geinspireerd. Misschien heb ik raar gedroomd of iets raars gegeten. In elk geval is het inmiddels vrijdagnacht, heb ik de laatste 4 alinea’s erbij geschreven én heb ik wel gewonnen. Leuk was dat joh. Met prijzen en dingen. En een podium waarop ik kon praten over een boodschap die veel belangrijker is dan of je nou wel mag winnen of niet.
En nee, dat winnen was niet het belangrijkste ooit. Kind, er zijn toch zoveel belangrijkere dingen op de wereld. Maar het stimuleert me wel. Om een grotere uitdaging te zoeken natuurlijk. Is er bijvoorbeeld een Nobelprijs van het web en wie moet ik verslaan om die te winnen? Of ben ik nu echt te ambitieus?
Toch nog even een p.s’je:
P.S (ik zei het toch): FYI tot nu toe waren alle reacties die ik heb gehad op die echick award onwijs awesome. Dus ik klaag niet hoor. Daarvoor dank aan alle bijna 1000 mensen die me op allerlei plekken hebben gefeliciteerd! U is keitof en ik zie u graag enzo 🙂
U is de goeiste! En die Nobelprijs gaat gewoon lukken. Of ga je nou opeens bescheiden en heel Nederlandsch doen?
hahaha NEE! Bestaat die dan? 😀 😀 Die zou moeten bestaan. Vind je niet?
hahahaha, herkenbaar allemaal hoor, hoef je helemaal niet allochtonisch voor te zijn 😉 Nederlanders zijn gewoon een beetje raar, je moet niet teveel willen en vooral niet te veel bereiken, anders heb je het al snel te hoog in je bol. Lekker poep aan hebben en je dromen en ambities blijven naleven, you’re the best, fuck the rest!
hahaha misschien heb je wel allochtonistaanse familie 😀 😀
Nee, maar volgens mij…volgens mij moeten wij een keertje borrelen 🙂
Heb 3 jaar in Kenya gewoond als kind zijnde, daar zal het wel aan liggen, wahahaha!
Borrelen lijkt mij best een strak plan 🙂
Leuk stuk, kan me helemaal vinden in het verhaal (ook al ben ik niet allochtonisch). Winnen mag wel maar zodra je er trots op bent heb je zoals Corinne het zegt hoog in de bol…..
Gewoon je ding doen en trost zijn lijkt me de beste optie en dan vind men er maar van wat ze willen…..