Over het algemeen ben ik een opgeruimd mens. En dan bedoel ik niet dat mijn bureau heel schoon is – want dat is niet zo. Maar dan bedoel ik dat ik meestal best vrolijk ben, vaak de positieve kant van dingen kan ontdekken en altijd (altijd!) geloof dat het goedkomt.
En dat is best een prima manier om te zijn. Althans, het bevalt mij goed.
Meestal ben ik ook een redelijk open mens. Ik haat taboes, ik schaam me zelden voor dingen die ik heb gedaan of gezegd (dan had ik dat niet moeten doen hé) en what you see, is redelijk what you get. Spelletjes vind ik te ingewikkeld om te onthouden en leugens eigenlijk ook.
En meestal is dat heel fijn, want dan kan ik anderen ook redelijk open tegemoet treden en dat levert hele interessante gesprekken en momenten op.
En meestal ben ik best tof (al zeg ik het zelf hé). Ik kan best wat hebben, lach het hardst om eventuele eigen ellende en zie overal wel de grap in. Ik kan klagen als een baas, maar neem dat zelf helemaal niet zo serieus. En ik laat me niet zomaar op de kast jagen, maar maak me graag druk over van alles en nog wat, just because I can en om alle energie die altijd uit mijn kop barst ergens voor te kunnen gebruiken.
En over het algemeen voel ik me daar goed bij.
Maar heel soms, dan zit ik opeens in de put. Dan voel ik me diep ellendig. Diep ongelukkig. En heel even, heel alleen. Op die momenten verlang ik ernaar om weer 5 jaar oud te zijn. En dat verlangen is zo diep dat het pijnlijk is.
Dan wens ik dat ik weer klein ben en de wereld om me heen groot. En dat iedereen voor me zorgt en alleen maar van me houdt. En dat sterke armen me dragen en de grote boze wereld bij me weghouden. En dan droom ik dat ik tussen mijn vader en mijn moeder inzit, laat op de avond en luister naar hun vertrouwde stemmen. Dat ik hun gesprek niet begrijp, maar me veilig voel door het geluid dat ik ken en vertrouw.
En dan wil ik dat ik weer nieuw ben in de wereld en dat leven met mijn hart op de tong nog veilig is. En dat de verpakking nog steeds mooier is dan het cadeau zelf, zoals het was toen ik een uk was.
Maar dat kan niet meer. Ik ben geen 5, ik ben een volwassen vrouw die voor zichzelf moet kunnen zorgen en een weg moet vinden – nog steeds – in de wereld zoals hij is.
En dan lach ik weer om mezelf met mijn gekke dromen. Dan verman ik me en verzin ik een mooi nieuw idee. Een idee dat jong is en bescherming nodig heeft. Een idee dat vertrouwen nodig heeft en steun, als is het alleen maar van mij. En dan koester ik dat idee en stop al mijn gevoel erin en ga ik aan de slag. En voordat ik er erg in heb ben ik weer opgeruimd en vrolijk en een beetje tof en gewoon weer open.
Creëren is mijn remedie. Of het nou klein is of groot. Wat is het heerlijk om een mens te zijn en te kunnen scheppen. En als niemand je creatie ooit ziet of ooit de pracht ervan ontdekt, is dat niet erg: you have made something, en dat is wat telt.
Herkenbaar verlangen. Omringd worden door leif hebbende mensen,
niets hoeven, lekker onschuldig kunnen zijn…. Mooi dat jij gaat creëren en daarmee jouw stemming kan veranderen. Zo heeft een ieder een eigen remedie tegen dat ‘plots opkomende eenzame gevoel’.
Het is wel raar als ik nu zeg: dat je nog maar veel mag creëren…..
Da is een mooie remedie die ook nog succes kan opleveren, twee vliegen in een klap. Ik vlucht liever weg in een boek. Even van alles en iedereen weg, in mijn eigen wereldje en die van de schrijver.