Als je ooit naar Aruba gaat, zal je algauw leren dat je verplicht bent om in elk geval één keer te off roaden. Je hebt daar een jeep voor nodig, drinken dat je koud kunt houden en een onwijze camera. Vroeger had je – voor sommige plekken – ook stalen ballen nodig, als je er wilde komen. Je moest dan vlak langs de zee rijden, over rotsen, aan de ruwe kant van het eiland. Maar tegenwoordig is er een weg waar je zelfs met gewone auto’s overheen kunt rijden. Je ziet dan niet alles, maar al heel wat van het ongerepte deel van het Arubaanse landschap.
Een van de mooiere plekken op Aruba (er zijn er veel), is the natural pool. Een natuurlijk badje in de verder superdiepe zee, dat is ontstaan doordat grote rotsen de zee tegenhouden. Al jaren probeer ik het op eigen houtje te vinden. Toen ik hier woonde, ging ik er met vrienden regelmatig heen. Ik zwom er nooit overigens, want er zitten krabben die op monsters lijken en zo groot zijn als dinosauriërs. Maar voor mensen die niet bang zijn voor moorddadige krabmonsters, is het echt heel mooi.
Maar goed. Het is me – tot nu toe steeds niet gelukt om de natural pool te vinden. Dus vertrokken Jan en ik gisteren (zondag) naar natuurpark Arikok (geen familie van Jan Kok, al claimt hij dat af en toe wel) en gingen op zoek. The natural pool bleek – ook met de jeep van mijn moeder – niet gemakkelijk bereikbaar. Wel hebben we een heleboel andere mooie plekken gezien en foto’s gemaakt.
Volgende week proberen we het nog een keer. Maar dan met de grotere jeep van mijn vader. En ik zeg het je….we gaan the natural pool vinden. Of je het nou leuk vindt of niet. Kijk eerst maar naar de foto’s.
U bent inderdaad uitstékend op kleur! En die grot is geweldig!
Die grot is echt gaaf en enggggg. Vroeger durfde ik alleen op die plek te staan waar nu de foto is genomen, want daar was licht. De rest is superdonker. Dit keer ben ik dus in al die nisjes geweest…..en dat terwijl elk willekeurig horror-boek je kan vertellen dat dat geen goed idee is 🙂 Ik vind mezelf dan ook een held 😀