Hij mocht blijven en mag nooit meer weg

Hij kwam aanrijden op de grootste fiets die ik ooit in mijn leven had gezien. Wat een reus, dacht ik bij mezelf. En dat bleek te kloppen. 1.98 reus om precies te zijn. Die eerste dag praatten we uren en uren en nog meer uren. Eerst op het terras en toen ze ons daar weg wilden hebben, zetten we de conversatie voort in mijn portiek. Het regende. Keihard. Maar hij mocht niet naar binnen, mijn moeder had me beter opgevoed dan dat.

In de weken die volgden zagen we elkaar bijna elke dag. En elke dag dat we elkaar niet zagen, MSN’de we, want dat was toen nog vet cool enzo. Zo verliefd was ik nog niet eerder geweest. Op mijn reus met de grote fiets. De reus met de bijdehante grappen en scherpe humor.

En toen was het aan. Ik was op hem en hij was op mij. We waren op elkaar en staarden uren in elkaars ogen. Kletsten hele nachten. Kwamen vreselijk moe op kantoor. Mailden elkaar wanneer we moesten werken.

Ik ging bij hem “logeren”. Maandenlang. Haalde mijn kat zelfs over. Maar het was nog steeds logeren natuurlijk. Want het ging allemaal veel te snel, vonden we. Volgens de regels van allerlei willekeurige mensen, vrouwenbladen en onszelf.

Totdat we die onzin niet meer vol konden houden. Het was tijd om samen te gaan wonen. Die dag vergeet ik nooit meer. We hadden samen besloten dat we bij mij in huis zouden samenwonen. Dus kwamen zijn broers en ouders helpen met het inpakken van dozen en van de ene kant van de stad naar de andere kant brengen. Ik bleef thuis en pakte diezelfde dozen zo snel mogelijk uit. Bij elke doos keek ik depressiever. Bij elke doos werd mijn paniekaanval heftiger. Tegen de tijd dat mijn woonkamer vol stond met dozen wilde ik mijn reus het huis uit zetten. Logeren was één ding. Iemand een la geven in de kast of een plekje in de badkamer, was tot daar aan toe. Maar iemand onderdeel maken van je huishouden, dat bleek spannender dan ik me had gerealiseerd.

Maar ik zette hem er niet uit. Hij mocht blijven.

En na wat opstartproblemen, leerden we elkaar nóg beter kennen. En leerden we dat we nooit uitgepraat konden raken. We leerden dat in elkaars ogen staren een echte bezigheid is, goed voor uren vermaak.

Het is vandaag 10 jaar geleden dat hij aan kwam rijden op zijn reusachtige fiets. Dat hij mijn hart en mijn leven binnenreed op die grote wielen. Ik kan me geen enkele vorm van zinnig bestaan voorstellen zonder hem. En wie mij kent, weet dat ik dat soort sentimentele onzin, zelden uit mijn mond laat ontsnappen. Maar over mijn reus kan ik dat zeggen omdat ik niet alleen van hem houd, maar hem ook vertrouw. En omdat we nog steeds vreselijk om onszelf en elkaar kunnen lachen.

Mijn eigen GVR. Ik kan iedereen eentje aanraden. Niet die van mij. Die is al bezet.

Share with your friends









Submit

Digitale kletskous, gezellige borrelaar, webgek en -werker, kattenvrouwtje. Lees, speel wat piano, zing wat, maak wat internetdingen. Hekel aan valse wijven, maar nog meer aan valse kerels.

10 comments

  1. Dit noemen ze nu een ode .. Wat onwijs mooi en liefdevol geschreven. Verwoord zoals alleen jij dat kan. En ik zie Jan de GVR als in een film aan komen rijden op z’n fiets haha. Ik gun jullie nog minsten een decade erbij, nee nog minstens +5. Want dat kan, mijn opa en oma (inmiddels 94) doen het. Happy 10-jarig-samen-zijn-saam!

  2. Dank je Fleur! Ik weet niet of ik 94 haal, maar als ja, dan staren we hopelijk dan nog te veel in elkaars ogen 😉 Alleen zien we dan niks meer 😀

  3. Prachtig geschreven! Bijna herkenbaar… bijna – want ieder stel is uniek én bijzonder: dat bewijzen jullie maar weer. Al tien jaar! Gefeliciteerd en nog héél veel mooie, vrolijke jaren samen!

  4. 10 jaar geleden las ik je blog, toen jullie elkaar tegen kwamen. Het gaf me hoop toen, was hard nodig 🙂 5 jaar later kwam ik mijn GVR tegen. Nog steeds helemaal gelukkig! Gefeliciteerd!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Share with your friends









Submit