Picture this: Hilversum Noord, july 2006. Ik stap de trein in en ga in de STIKHETE coupe zitten. Het raampje boven mijn hoofd zit dicht. Het is zeker 40 graden in de trein en ik besluit het raampje open te schuiven. Zodra ik dat heb gedaan, schuift het mens achter me het raam weer obstinaat dicht. Meestal laat ik dat soort dingen gaan. Geen zin om me op te winden. Maar mijn bui is al niet van het bijster vrolijke, dus ik draai me op en wijs het mens erop dat het erg onbeschoft is en dat ze ook kan vragen of ik het raam aub dicht wil laten mocht ze er last van hebben.
Het mens beschuldig mij daarop van onbeschoftheid – aangezien het heel raar is om het raam open te zetten wanneer het 40 graden is – en begint bijdehand te doen. Er ontstaat een woordenwisseling waarin ik benadruk dat het tijd is voor haar manieren te leren en zij voet bij stuk houdt, waarop ik me op een gegeven moment omdraai en mijn boek ga lezen.
Wat een irritant wijf zeg. Ik had natuurlijk het raam weer open kunnen zetten, maar ja, wat voor zin had dat gehad. Dan hadden we als 2 kleine kinderen het raam open en dicht zitten doen. Waarop een van ons dan wat zou zeggen, wat dan weer uit zou lopen in een steeds verder escalerende woordenwisseling en wie weet wat nog meer.
Maar wat ben ik nu geirriteerd zeg!