Toen ik ooit van IT naar journalistiek ging, kwam ik er algauw achter dat je als journalist vreselijk wordt gewantrouwd. Nu ik me de afgelopen maanden op het vlak van de politiek heb begeven, valt in vergelijking dat wantrouwen dat ik als journalist over me heen kreeg 100% mee. Wat een rare gewaarwording. Dat je van de ene op de andere dag op zo’n lijst staat. En dat mensen je dan van de ene op de andere dag niet meer vertrouwen. Voor mijn gevoel was er niks veranderd. Ik was niet opeens onderdeel van een of ander systeem geworden. Een systeem waarbij je wanneer je je aansluit een boekje krijgt: “hoe lieg je het beste tegen de kiezer,” waar je je dan aan moet houden. Opeens zat ik tegenover mensen in plaats van naast hen. En de vragen die ik de ene dag had, werd ik de volgende dag (in mijn nieuwe leven als politicus) geacht te beantwoorden. Deels terecht hoor. Aan de andere kant heeft niemand alle antwoorden.
En dan de eis die bij mij werd neergelegd: “Jij moet ervoor zorgen dat mensen interesse hebben in de politiek en dat ze gaan stemmen.” Nou wil ik me daar best voor inzetten. Sterker nog, ik heb bijna nergens gezegd “stem op mij” Ik heb bijna overal geroepen: “Het maakt niet uit op wie je stemt, als je maar stemt.” Maar de verantwoordelijkheid ligt toch niet alleen bij politici? Ik heb echt in zaaltjes gezeten waar het publiek dan met de armen over elkaar heen gevouwen achterover leunde: “Waarom zou ik überhaupt stemmen. Overtuig me maar.” Huh?? Dat stemmen doe je toch niet om mij blij te maken? Dat doe je toch omdat je achter de ideëen van een partij of persoon staat. Of misschien doe je het juist omdat je ontevreden bent en juist niet achter die ideëen staat. Maar het is toch aan jou om je te informeren. Het is jouw keuze of je het wel of niet doet en op wie. Nogmaals, ik wil me er best voor inzetten, maar wil wel stellen dat ik niet primair verantwoordelijk ben. Ik vond het echt raar.
Nog iets waar ik van tevoren niet over na had gedacht. Mijn afkomst bleek opeens belangrijk. Los van de vraag: “Sta jij niet gewoon op de lijst omdat je een kleurtje hebt!” Bleek ook bij de mensen waarmee ik de afkomst deel nogal wat gekkigheid aanwezig te zijn. Een Surinaamse stichting had mij als Surinaamse kandidaat neergezet. Nou zijn mijn grootouders Surinaams (van mijn vaders kant), maar ik ben er zelf nog nooit geweest, spreek de taal minimaal en mijn beide ouders zijn op Aruba geboren. Niet dat ik niks met Suriname heb. Natuurlijk heb ik ook het een en ander Surinaams meegekregen. Maar ik vond het nogal nep om me opeens te presenteren als Surinaamse kandidaat. Dus stuurde ik een emailtje waarin ik vroeg of ze dat wilde aanvullen met Arubaan. Nou daarop kreeg ik een heel fel mailtje terug. Wat fragmenten:”U heeft blijkbaar niks met Suriname. We verwijderen al uw gegevens van onze lijst en trekken alle uitnodigingen voor debatten in.” Vaag of wel?!
En natuurlijk kreeg ik wel 155 keer de vraag waarom ik interviews met Antilliaanse media niet in het Papiamento deed. Nu versta ik het perfect, maar om een politiek verhaal uiteen te zetten zou ik het ook perfect moeten spreken en dat is niet zo. Eén journalist antwoordde daarop:”Nou dat moet u nu dan wel leren.” Moeten? Ik moet niks. Ik woon in Nederland en het is dan ook belangrijk dat ik Nederlands spreek. Ik WIL echter wel beter Papiamento leren. Als ik kinderen krijg zou ik ze naast het Nederlands ook de taal van mijn ouders mee willen geven. Dat zei ik dan ook tegen die journalist. Al ben ik bang dat het er minder vriendelijk uit kwam dan ik had gewild 🙂
Een raar moment van een hele andere orde was toen ik in een radioprogramma zat met de nr. 3 van EénNL. Toen leerde ik wat poepulisme echt is. De vraag van de presentator was waarom vrouwen (het ging om hindoestaanse vrouwen) maar minimaal geinteresseerd zijn in politiek. Het antwoord van de nr. 3 was:”Kijk, vrouwen zijn natuurlijk gevoeliger en begrijpen veel meer dan mannen. Zij wéten dat politici altijd liegen. Maar als ze op mij stemmen dan hebben ze iemand in de kamer die niet liegt.” Ik was er gewoon even stil van. Wat lult hij nou, dacht ik. Maar even later ging de telefoon. Een vrouw belde om te laten weten dat deze meneer het helemaal juist was. Vrouwen voelen dat aan. Die zijn heel anders dan mannen. Nou breekt mijn klomp (wat niet zo erg is, want ik draag ze nooit). Daar trap je toch niet in….. Blijkbaar dus wel. En die vent zat overal zo hard doorheen te tetteren dat het me bijna niet lukte om ertussen te komen. Dat leerde ik ook meteen: ik ben veel te beleefd. Dat geschreeuw vind ik vreselijk. En ik weiger me daar ook aan aan te passen. Maar soms wat meer op de voorgrond treden mag best.
Nu wil ik niet het beeld schetsen dat ik het niet leuk was. Ik heb gave dingen gedaan, leuke mensen ontmoet en heel veel geleerd over politiek en over mezelf. Een heleboel daarvan heb ik ook op mijn weblog beschreven. Dit zijn de zaken die ik minder mooi vond. Maar goed, dat hoort er ook bij.
Haha, nou die nummer 3 van EenNL mag nu in ieder geval ook (net als nummer 1, 2 en de rest) een andere hobby gaan zoeken, net goed!
Wat een bizarre gewaarwording dat bepaalde groeperingen jou zo claimen! Het had die Surinaamse organisatie sowieso gesierd als ze jou eerst even hadden benaderd, maar die reactie op jouw is helemaal bij de beesten af!
En natuurlijk MOET je geen Papiamento leren, wat een flauwekul! Net alsof je dan minder Arubaans bent (voor zover dat uberhaupt al van belang is)!!
“maar die reactie op jouw MAIL is helemaal bij de beesten af!”
(woordje vergeten)
En zo blijkt maar weer dat sommige ‘ titels ‘ vooroordelen oproepen…. wantrouwen op basis van wat je op papier bent… journalist, politica…..
Wel bijzondere ervaringen, die je hebt meegemaakt, Xaffie. Die ervaringen zullen je toch anders maken. Niet veranderen, zo bedoel ik het niet, maar wat bewuster om het doel te bereiken, dat je wilt bereiken. (Dus minder naïef. :D)
Doen is leuk hè? 🙂