Op een groot kantoor kom je continu nieuwe mensen tegen. Als je even gaat plassen, als je even je kopieën afhaalt, wanneer je een peukie gaat doen of koffie gaat halen en natuurlijk in de lift. Eindeloos moet je besluiten of je wel of niet groet en hoe. Van een uitbundig goedemorgen, tot een ingetogen hai of misschien zelfs alleen een knikje.
Vreselijk vind ik het. ’s Morgens hebi k een humeur en meestal geen goeie. Een vrolijk goedemorgen is aan mij dus niet besteed. En vaak bevind ik me in mijn eigen wereld wanneer ik aan het rondzwerven ben. Een hai of knikje doet me steevast ontwaken uit een warme droom die zich in warmere oorden afspeelt. Bah. Maar goed, beleefdheidstechnisch kom je er gewoon niet onderuit om mee te doen. Ik probeer het dan ook maar zo leuk mogelijk te maken voor mezelf.
Wanneer ik iemand tegemoet loop schat ik in of ze van de ingetogen, de opgetogen of de niet-groet variant zijn. Bij de eerste twee doe ik dan het tegenovergestelde van de veronderstelde aard van het beestje. Een delFerro-instituut-middenrif-adem-zware-stem-veel-volume opgetogen Goeiesmorgen voor meneer en mevrouw ingetogen. Een Victoriaans-ogen-neergeslagen-stem-bijna-niet-hoorbaar-minigeluidje voor de uitbundigers. De laatste variant is de favoriet van de plaaggeest in mij: iemand waarvan je voelt aankomen dat ze niet gaan groeten. Bij een niet-groeter is het zaak te wachten tot ze op het punt staan je voorbij te lopen. Net op het moment dat ze zonder denken verder te kunnen. Net halverwege die laatste stap. Zeg je duidelijk hoorbaar en een beetje dwingend: “Hallo!”
Gegarandeerd dat je collega niet alleen schrikt (leuk op zich) maar zich zelfs een beetje schaamt (the icing on the cake).
Ik ben zo’n niet-groeter… 😉
Heel goed , X. Distributie.
hmm, ik ben ook geen groeter. ik groet alleen als ik zin heb. anderen vinden me erg, maar ik vind mezelf, mezelf!