Er overkwam mij vorige week iets heel verontrustends. Freaky durf ik bijna te stellen. Zo’n momentje waarop alle rationaliteit en elke vorm van beschaving heel even verdwijnt. Zo’n momentje waarop het oudste deel van je hersenen (je weet wel, de hypothalamus) het overneemt en alles wat je geleerd hebt over álles, opeens niet meer relevant is.
Het zou overigens best kunnen dat ik nu wat overdrijf. Maar wat is het punt van mens zijn, als je bij vlagen niet schromelijk kunt overdrijven?
Het ging dus zo.
Na een lange, warme en stranderige dag op Aruba. Na cocktails, heerlijk eten en gezelligheid met oude vrienden en natuurlijk familie, was het eindelijk tijd om in bed te kruipen. We deden de airco aan (en op extra hard, want doe mij maar wat kou), ik nam nog even snel een tropendouche (dat is een douche met water dat is opgewarmd door de zon) en trok een soepjurk aan waarmee ik door mijn ouderlijk huis kon paraderen zonder dat het ongepast was.
Jan had de hoek van de deken al voor me teruggeslagen (ja, in de airco heb je een deken nodig. En nee, dat is allemaal niet milieuvriendelijk, maar zonder airco kan ik niet functioneren in de tropen) en het leven was mooi. Nietsvermoedend stak ik mijn voeten onder de deken. Direct voelde ik iets raars. Aan mijn teen. Nu zijn tenen van nature al erg rare dingen. Want waar hebben we ze in godsnaam (kies hier een God. Ik zeg Ra, de zonnegod, die is wel indrukwekkend) voor nodig. Hang jij nog aan bomen? En als ja, kun je dat dan aan je tenen? Nee! Zelf kan ik met mijn tenen dingen van de grond oprapen. Maar of dat nou een reden is om er 10 van te hebben. Maar goed, ik dwaal af.
Ik voelde dus dat er iets goed mis was met één van mijn tenen. Of eigenlijk mijn teennagel. Die bleef hangen aan de deken en klapte helemaal om. Mocht niemand het je verteld hebben: dat horen teennagels niet te doen. Geschrokken trok ik mijn voet onder de deken vandaan. En ja hoor, mijn volledige teennagel zat los. Niet een haaltje, geen scheurtje, maar helemaal en totaal los.
AAAAAAHHHHHH
Heel even vergat ik te ademen. Van dingen aan mijn lijf die vast hóren te zitten, maar loszitten, word ik altijd erg zenuwachtig. ‘Jaaaannnnnn, ik val uit elkaar’ riep ik net iets te hard naar Jan, die direct naast me lag. Ook hij schrok zich een vilten hoedje. Waarschijnlijk van de paniekerige toon van mijn stem. Kordaat pakte hij mijn voet beet en constateerde hetzelfde als ik: mijn teennagel zat los en hield zich met een heul klein stukje nog vast aan mijn lijf.
Heel even. Echt maar heel even. Was het stil in de kamer. In de stilte schoten er 452 gedachten door mijn hoofd. Eerst was er Ebola, maar dat heeft volgens mij weinig effect op je teennagels. Maar toen bedacht ik iets veel meer verontrustends: wat als ik een vampier aan het worden was?
Dit is het moment om te melden dat ik wekelijks naar de zeer spannende serie The strain kijk. Een serie over een vampierenplaag, waarbij mensen eerst lichtelijk uit elkaar vallen om daarna in zeer onaantrekkelijke vampieren te veranderen.
Mijn teennagel moest wel het eerste teken zijn, zei mijn hypothalamus tegen mij. In recordtempo overwoog ik te vechten (maar met wie?) of te vluchten (maar dan moest ik lopen op de voet die uit elkaar aan het vallen was). Omdat beide opties geen goede oplossing leken te bieden, besloot ik eerst maar de bijna losse teennagel van mijn lijf te trekken. Dat ging onsmakelijk gemakkelijk. Samen bestudeerden Jan en ik mijn eerste stappen op weg naar vampierschap. Pijn deed het niet overigens, wat nog meer leek te wijzen op een vampierenbesmetting.
‘Er zit al een andere nagel onder!’ Jan zei het als iemand die van alle kennis over beginnende vampieren verstoken was. Terwijl we The strain toch echt samen kijken. Zelf vond ik zijn constatering weinig geruststellend. Eerst uit elkaar vallen om dan razendsnel weer nieuwe onderdelen te creëren, is typisch een teken van bovennatuurlijke problemen.
Gelukkig is de hypothalamus een typische korteafstandrenner: z’n piek is maar van korte duur. Ergens op een meer geëvolueerde plek van mijn brein werd hard gewerkt aan een alternatieve verklaring met minder vampieren en meer redelijkheid. Een tijd geleden stootte ik eens midden in de nacht mijn teen tegen de rand van het bed. Hard. Pijnlijk. Mijn minder primitieve brein begreep opeens dat dat het moment moet zijn geweest waarop mijn teennagel het genoeg vond en afscheid van mij nam.
Een beetje gerustgesteld, haalde ik diep adem terwijl ik mijn baby-teennagel bestudeerde. Die zag er prima uit. Nog een beetje klein, maar dat zou vast bijtrekken.
Na een heerlijke nacht op het logeerbed bij mijn ouders, sprong ik om 7 uur mijn bed uit en rende het daglicht in. Gewoon voor de zekerheid. Want iedereen weet dat vampieren niet tegen zonlicht kunnen. De weldadige zonnestralen konden me gelukkig alleen maar bekoren en de behoefte om bloed te drinken bleef ook weg. Ik was weer gerustgesteld, maar ook een beetje teleurgesteld. Zo’n vampier van The strain hoef ik namelijk niet te worden, maar zo’n sexy figuur uit The originals, dat zou ik niet eens echt heel erg vinden.
hahahahahaha, toch jammer, ik had je wel eens spierwit willen zien 🙂 Of is dat een ouderwetsch idee over vampiers.
hahaha volgens The originals blijf je als bruine, gewoon een bruine…ook als vampier 🙂 Dan word ik trouwens wel een gele > want zonder zon word ik een beetje gelig. 🙂
Het plaatje is van the Originals, kijk je dat ook? Ik ben nogal hooked aan the Vampire Diaries en ga in het dagelijks leven soms ook dingen verdenken, haha!
jawel, ik kijk the originals wel. Vampire diaries heeft me nooit gegrepen. Maar Jan is gek op the originals en nu vind ik het ook leuk (door gedwongen meekijken :))
*vind ik leuk* 🙂