Lunchtrommelaar

Laat ik eerlijk zijn: ik keek altijd een beetje neer op collega’s die hun eigen lunch meenamen naar kantoor. Niet actief hoor. Want, een mens kan veel ergere dingen zijn dan een lunchmeenemer.

Maar ik dacht ergens in de krochten van mijn hoofd wel regelmatig: “rare jongens, die lunchmeenemers. Er is toch een kantine.”

Zelf at ik elke dag exact hetzelfde: een zacht puntje, met een veel te hard gekookt eitje dat groen was uitgeslagen én de soep van de dag. Of dat nou overmatig zoete tomatensoep was of best te verteren erwtensoep (de patat onder de soepen: eigenlijk altijd wel lekker).

Terwijl ik dat tik, denk ik nu: “Idioot. Die lunchmeenemers hadden een dik vet punt en jij was gewoon een domme muts.” Voor de jonge lezertjes onder u: naarmate je ouder wordt, wordt die gedachte over eerdere momenten in je leven, een soort gedachtenmeubilair, altijd aanwezig en regelmatig af te stoffen.

Inmiddels ouder en veel wijzer (veel! (echt heel veel)), besloot ik – nu ik minimaal één dag per week het kantoor aan zou doen, dat ik klaar was voor een broodtrommelig leven.

De eitjes met groene aanslag, soepen die het gewoon niet zijn en voorbelegde broodjes met te veel van het ene en te weinig van het andere, waren het gewoon niet meer. En patat is leuk en lekker natuurlijk, maar voor mij een garantie op uitdijing.

Ergens in diezelfde eerdergenoemde krochten van mijn brein, wist ik dat ik ergens een broodtrommel had gezien. In één van de vele kasten van mijn keuken bevond zich een blauw bakje, waar brood in kon. Dat was ook het enige wat ik me ervan kon herinneren: de kleur en de functie.

Hoe ik eraan was gekomen, geen idee. Of het verder een handige box was, ook geen idee.

Als de Jacques Cousteau van mijn keuken, ging ik op onderzoek uit. Ik ben nogal geneigd om zaken op een slimme plek te bewaren, maar dan wel een plek die mij direct ontglipt en die ik nooit intentioneel terugvind. Het vinden van specifieke dingen die ik niet dagelijks gebruik, is niks minder dan een expeditie.

Na het openen en leegruimen van minimaal vier kasten – met als resultaat dat ik ze per ongeluk moest opruimen #yay – vond ik in kast 5 dan eindelijk mijn broodtrommel.

Blauw is hij inderdaad. Maar of deze box nou echt bijdraagt aan mijn PR bij mijn – nu nog nieuwe – klus, durf ik me hardop af te vragen. Maar wat ik me ook hardop afvraag: hoe kom ik aan dit ding?

Anyway, deze week eet ik maar een groenig eitje en een zoetig soepje. Vanavond ga ik op zoek naar een grotemensentrommel, want hoewel ik slecht 1.62 ben, ben ik qua leeftijd inmiddels nét (echt nét) iets te groot voor deze blauwe unit.

Share with your friends









Submit

Ik ben het maar hoor, niet stressen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Share with your friends









Submit