Elke keer als je denkt het te hebben verslagen komt het op het meest onverwachte moment weer terug. Een liedje, een geur, een sfeer, zelfs een bepaalde temperatuur kan zo’n overweldigend gevoel van heimwee losmaken dat er niet meer tegen te vechten valt. Op zulke momenten ben ik bereid om van vandaag op morgen mijn koffers te pakken en terug te verhuizen naar Aruba. Om alles hier achter te laten en zonder ook maar 1 keer om te kijken terug te gaan naar huis.
De warmte – en ik bedoel dan niet aleen het weer- de sfeer waarin geen ruimte is voor langdurige stress, de feestjes, de familie, op zulke momenten kan ik niet begrijpen hoe ik het ooit achter heb kunnen laten. Zittend op de hooiberg met je vrienden de zin van het leven bespreken of onder het genot van een (veel lekker smakende) baco, in de heerlijke warme wind genieten van dat ene moment dat alleen op Aruba een eeuwigheid lijkt te duren.
Het gevoel van heimwee is hartverscheurend. Zo’n pijn en geen enkele manier om het op te lossen. Want wanneer de eerste vloedgolf voorbij is, begint de realiteit langzamerhand weer door te sijpelen. Heel even was ik vergeten waarom ik ook alweer weg ben gegaan van het eiland. Waarom ik de deur tot het paradijs heb moeten sluiten. En dan komt de tweede heimwee-golf en zijn alle familieruzies en bemoeienissen weer vergeten. Het geroddel en de bekrompenheid van sommigen (!) is weer bedekt met de mantel der liefde. De kinderachtige politieke spelletjes die worden gespeeld en de onbalans tussen aandacht voor wereldzaken en aandacht voor carnaval ver naar achteren gedrukt. De frustratie wanneer je iets snel gedaan wil krijgen bij bijvoorbeeld Setar of een andere organisatie is slechts een echo in het licht van die tweede heimwee-golf. De tweede golf laat ik bewust z’n gang gaan. Ik wil me Aruba alleen maar als paradijs herinneren, met een mooie roze bril op bezien. Dan komen de tranen, ik laat ze lopen, het hoort erbij. Nobody can say goodbye to paradise without crying at least one tear.