Eindelijk ontspanning. Sara voelt de spanning in haar schouders, met elke slok die ze van haar bacardicola neemt minder worden. Ze geniet van de luide muziek die in de discotheek wordt gedraaid. Zo luid dat de herinneringen die haar de hele dag kwellen, vakkundig worden verdreven. Sara steekt nog een sigaret op. Ze rookt de laatste tijd veel te veel, soms meer dan een pakje per dag, maar alle kleine dingen die de constante stress verlichten grijpt ze met beide handen aan.
Soms kan ze niet geloven dat het haar gelukt is. Na meer dan vier jaar relatie met Marco, is ze dan eindelijk vrij. Ze kan niet geloven dat ze de stap genomen heeft. Makkelijk was het niet geweest. Ooit had Marco haar beloofd dat hij haar nooit zou laten gaan. Dat was in het begin van hun relatie geweest, toen zijn agressieve kant zich nog niet had laten zien. Sara had het toen romantisch gevonden, ze had geen idee gehad hoe letterlijk hij dat bedoelde. Maar ze was toch weggegaan en nu stond ze hier met een goede vriend in een Utrechtse disco te genieten van de avond.
Sara bestelt nog een baco voor haar en Simon. Ze proosten en nemen allebei een grote slok. Simon seint dat hij naar de toilet gaat. Sara knikt en richt haar blik op de dansvloer waar tientallen mensen compleet uit hun dak staan te gaan. Een hand op haar schouder. Sara draait zich geïrriteerd om. Dan staat haar hart bijna stil. Het is Marco. Hoe weet hij dat ze hier is, wat doet hij hier, hij woont niet eens in Utrecht. De vragen schieten in een fractie van een seconde door haar hoofd. Weg. Ze moet hier nu weg. Ze trekt zich los en loopt snel richting uitgang. Marco loopt achter haar aan. Hij roept haar naam. Ze hoort hem, maar draait zich niet om. Haar hart klopt als een op hol geslagen drumcomputer. Ze bedenkt opeens dat ze haar jas nog bij de garderobe heeft hangen. Die laat ze niet liggen. Met Marco vlak achter haar loopt ze de trap op naar de garderobe. Daar staat een rij en Sara kan niet anders dan achteraan sluiten.
Marco staat achter haar en praat tegen haar. Smeekt haar om even met hem te praten, om even te luisteren. Sara negeert hem en hoopt dat de dames die de garderobe bemannen haast maken. Ze moet hier weg, haar gedachten zijn een grote verwarrende brei. Als Marco door begint te krijgen dat Sara niet van plan is te reageren, verandert hij van tactiek: “Willen jullie een echte hoer zien” schreeuwt hij tegen de rij wachtende mensen. “Dan moeten jullie hier eens kijken.” En wijst naar Sara. Een aantal mensen draaien zich om, maar draaien hun hoofd snel ook weer weg. Sara weet wat ze denken: “Niet mijn zaak, niet mee bemoeien” Ze kent de blikken. Ze heeft ze in de vier jaar hel die ze met Marco mee heeft gemaakt vaak genoeg gezien. Maar dit keer knapt er iets in Sara. Zonder erbij na te denken draait ze zich om naar Marco en geeft hem, midden in z’n gezicht een keiharde klap. “Ik pik het niet meer” schreeuwt ze. “Niet meer.” Zonder haar jas rent ze de trap af naar buiten. Langs de portiers de buitenlucht in.
Achter zich hoort ze Marco, maar ze blijft doorlopen. Ze kent hem lang genoeg om te weten dat ze hem niet ongestraft kan slaan. Ze hoopt dat het feit dat ze op straat loopt waar meer mensen zijn hem zal kalmeren. Marco is dan wel agressief, maar niet gek. Al tijdens hun relatie was hij altijd zo slim geweest om haar nooit in haar gezicht te slaan, zorgde hij er altijd voor dat hij niks brak en geen blauw plekken achterliet. Zijn woede op haar botvieren was één ding, de consequenties voor zijn daden dragen weer iets heel anders.
Sara loopt richting de taxistandplaats, maar er is geen taxi te bekennen. Nu moet ze nog verder lopen, naar de tweede standplaats. Marco begint nu tegen haar te schreeuwen. Hij pakt haar beet en duwt haar hardhandig tegen een muur. “Ik hou van je, snap je dat dan niet” Gilt hij tegen haar. Sara antwoord niet en blijkbaar frustreert dit Marco, want hij slaat haar hard met zijn vlakke hand tegen haar gezicht. Sara voelt een stekende pijn, maar registreert de klap verder niet echt. Van binnen borrelt een allesoverheersende woede op. Vier jaar heeft ze dit gepikt. Vier jaar klappen, schelden, schoppen, knijpen, kelen. Het is afgelopen. Ze slaat Marco voor de tweede keer deze avond keihard in zijn gezicht. Even kijkt Marco verbaasd. Even haperen zijn woorden en is hij van zijn stuk gebracht. Maar lang laat hij zich niet stoppen door Sara’s nieuw hervonden moed en ook hij slaat haar weer terug. Al schreeuwend en slaand lopen de twee ex-geliefden over straat. Op het lawaai komen intussen mensen af, maar niemand grijpt in of zegt wat. De groep volgt de twee vechters wel twee straten door, totdat ze een plein bereiken waar Marco haar vastpint tegen de muur en met zijn gezicht vlakbij haar gezicht schreeuwt en schreeuwt. Sara is opgehouden met terugslaan. Haar woede is weggezakt, ervoor in de plaats is de oude apathie weer terug. Ze kijkt naar de gezichten van de groep mensen die staan te kijken naar het spektakel. De gezichten kan ze door haar tranen heen maar moeilijk onderscheiden.
“Help me alsjeblieft” roept Sara hen toe. Maar niemand reageert. Niemand maakt aanstalte om ook maar iets te doen. Twee grote jongens lopen vlak langs Sara en Marco. “Help me alsjeblieft” zegt Sara tegen hem op zachte toon.” Een van de jongens heeft haar gehoord en roept Marco toe: “Doe even rustig he.” Maar dat maakt hem natuurlijk nog agressiever: “Als je niet gauw doorloopt sla ik je op je kankerbek.” Tot Sara’s verbijstering lopen de twee jongens inderdaad gauw door. Blijkbaar voelen ze zich niet geroepen om in te grijpen. Ondanks alle mensen die om haar en Marco heenstaan voelt Sara zich intens alleen. Het gevoel maakt weer iets kapot in haar. Ze wist niet dat er nog iets heel was, maar blijkbaar wel, want ook dat laatste kleine beetje is nu op.
Dan ziet ze in haar ooghoek een taxi voorbijrijden. Ze rukt zich los van Marco en rent naar de taxi toe. De chauffeur ziet haar blijkbaar want hij stopt en Sara probeert met alle macht de deur te openen en in de auto te springen. Marco rent achter haar aan en pakt haar van achteren beet. Wanneer de taxichauffeur ziet dat deze rit problemen op kan leveren, rijdt hij snel door. Sara is weer alleen. Marco is nog razender geworden en lijkt elk greintje zelfcontrole kwijt te zijn. Tierend schreeuwt hij haar de ergste verwensingen toe, afgewisseld met de mededeling dat hij van haar houdt. Voor Sara lijkt de tijd in slow motion te gaan. Ze ziet zijn mond bewegen, voelt de klappen aankomen, maar het lijkt allemaal ver van haar verwijderd, alsof dit niet met haar aan het gebeuren is, alsof ze er helemaal niet bij is.
Dan eindelijk, na wat een eeuwigheid lijkt te duren is er opeens politie. Twee agenten springen van hun paard en proberen Marco van haar af te krijgen. Maar Marco is nu compleet doorgedraaid en twee collega’s moeten hen te hilp schieten. Maar zelfs met z’n vieren krijgen ze de uitzinnige ex niet tegen de grond. Alsof ze een toeschouwer is van een bizar toneelspel staat Sara naar het tafereel te kijken. Marco vecht als een uitzinnige tegen de agenten: “Ik wil alleen even met haar praten” roept hij hen toe. Maar de agenten zijn niet geïnteresseerd in wat hij te zeggen heeft. En na een worsteling van wat achteraf niet meer dan een paar minuten kan hebben geduurd hebben ze hem eindelijk klem. Ze slaan hem in de boeien en laden hem in een politiewagen. Eén van de agenten te paard spreekt Sara vanuit de hoogte toe: “Wil je aangifte doen?” Het duurt even tot de vraag tot Sara doordringt. “Wil je nou aangifte doen of niet.” Vraagt de agent nu ongeduldig nog eens aan haar. “Ik wil gewoon naar huis.”Zegt Sara met een klein stemmetje. “gewoon naar huis.”
Zodra ze de woorden heeft uitgesproken rijdt de politiewagen weg en ook de agenten te paard draaien zich om en verdwijnen. Het is opeens doodstil op straat en Sara is weer alleen. Zelfs de toeschouwers zijn verdwenen. Als in een droom draait Sara zich om en loopt richting de taxi’s. Ze heeft Simon in de club achtergelaten, maar daar denkt ze nu niet aan. Ze denkt nergens aan. Hoopt alleen dat ze er morgen niet bont en blauw uit zal zien. Bij de taxistandplaats staat nu gelukkig een taxi te wachten. Ze stapt in en meldt haar adres. De chauffeur stelt geen vragen over haar gezicht, kijkt haar niet eens aan. Het is voorbij.
www.druppeltjes.nl/mimir