God wat heb ik een hekel aan het cc-spelletje. Het spelletje waarbij mail naar elkaar wordt verstuurd met in het cc-vakje precies de juiste mensen die mee moeten lezen. Soms ter info en dat is okay. Maar vaak om iets af te dwingen: een schouderklopje voor hen of een veeg uit de pan voor jou.
Het vervelende van het cc-spel is dat je – net als bij de postcodeloterij – verliest als je niet meedoet. Want hoewel iedereen – ook de bobo’s in de cc – weet wat een misselijk spelletje het is, blijft de boodschap van de mail wel hangen (waarheid of niet) – รณรณk bij de bobo’s in de cc. Ik haat het.
Om er toch minimaal plezier aan te beleven heb ik iets bedacht. In elke cc gaat een willekeurige, zo onbekend mogelijke, niet-bobo collega mee. Een mysterieuze naam voor de lijst met vreselijk belangrijke mensen. Ik zie de cc-o-fielen zwetend achter hun bureau zitten: “wie is dat? Is het een bobo? Heb ik hem wel ge-cc’d?” Paniek. Als je dit geintje consequent volhoudt: VICTORIE. Je slachtoffer neemt de willekeurige collega ook mee in de eerstvolgende cc. Het is een klein pleziertje maar erg bevredigend.
p.s: Het is wel handig om je willekeurige collega ook even op de hoogte te stellen.
Jemig, wat een gedoe!
Gelukkig heb ik daar op mijn werk nagenoeg niks mee te maken…
MUHAHAHAHAHAHAHA (evil) Prima plan! I’m in! ๐
Het idee is meesterlijk, ga ik onthouden ๐
ik cc altijd alles op mijn werk naar de algemene email, omdat dan ook mijn collega’s tijdens mijn afwezigheid weten wat er gemaild is,
cc gebruik ik niet om iemand in een kwaad daglicht te zetten, daar hebben we heel gemeen de Bcc voor ๐
BCC gaat zelfs mij te ver ๐ Heeeeeel vals!
Heel vermoeiend, dat ge-cc. Het ergerlijke is dat je het allemaal nog leest ook (straks mis je iets). Zo ben ik een keer achter een vroege zwangerschap van een collega gekomen. Zij was zo gewend mij in alle correspondentie te cc’en dat ze dat bij deze ontboezeming, die heel geheim was, ook deed. Ik heb haar er nog maanden mee kunnen chanteren. Goed, dat laatste is niet echt gebeurd. Maar er is echt wel zoiets als ‘too much information’.